Als bestuurslid van Haerlem heeft zij diverse malen
geprobeerd ook de Haarlemse jeugd belangstelling voor
de geschiedenis van hun stad bij te brengen.
Mej. Kurtz, de juffrouw zoals ze op het archief is blijven
heten, was een gemeentearchivaris van het oude stem
pel. Ook in haar tijd had de archiefdienst weinig perso
neel en ze deed nog bijna alles zelf, tot het inschrijven
van bibliotheekboeken en nieuwe prenten toe. Daarvoor
ontwierp ze een eigen systeem. Pas in haar laatste jaren
kwam er een kleine vermeerdering van personeel.
Omdat het gemeentearchief aan de Duitse aandacht
ontsnapt was, werd dit het enige openbare gebouw in
Haarlem waar in de oorlog geen bordje Verboden voor
Joden hing. Er huisden onderduikers en ondergedoken
archieven, zoals dat van de Joodse gemeente.
In de archiefwereld maakte ze zich verdienstelijk door
jarenlang als examinator bij de archiefexamens op te
treden. Bij de Haarlemse Soroptimistenclub was zij sinds
1937 actief lid, bescheiden en belangstellend, maar niet
meer te stuiten als ze over haar werk begon.
Bij haar pensionering werd mej. Kurtz onderscheiden
met het ridderschap in de orde van Oranje Nassau.
Eerder, in 1946, viel haar een ongebruikelijke erkenning
ten deel toen de Hollandse Maatschappij van Weten
schappen haar als tweede vrouw het lidmaatschap aan
bood.
Bij haar 70ste verjaardag werd ze erelid van de Vereni
ging Haerlem; bij haar 25-jarig ambtsjubileum in 1961
bood het bestuur haar de zilveren legpenning van de
vereniging aan.
Haar laatste levensjaren verliepen moeizaam. Een klein
gezelschap van kennissen en oud-gedienden heeft haar
op Westerveld begraven.
Menzo Matthëus Kwint In zijn 25-jarige loopbaan als burgemeester van Velsen
28 april T898- werd Menzo Matthëus Kwint zowel verguisd als bemind.
4 november 1989 Niet in de traditionele zin, waarbij mensen het in meer
of mindere mate met iemand kunnen vinden, maar daad
werkelijk in extremen. Kwint, een man met nauwgezette
plichtsopvattingen, werd op een en hetzelfde moment
bejubeld door de inwoners van zijn gemeente en letter
lijk doodgezwegen door zijn collega-bestuurders. Kwint
beleefde als burgervader een woelige ambtsperiode,
waarbij de omstreden magistraat zich dikwijls leek te
plezieren om het tumult rond zijn persoon.
J.J. TEMMINCK