Vlietzorg was neergestreken, gaf Johanna Maria Cousebant ioi roeden tuingrond in eeuwigdurende erfpacht uit aan Nico- laas Kops (1652-1707). Deze gronden lagen pal naast die van Vlietzorg, slechts gescheiden door een sloot. In de transportak te werd opgenomen dat de sloot nooit versperd mocht worden ten behoeve van de eigenaren van de tuinen aan weerszijden van het water om er mest en andere materialen door te vervoe ren. Kops moest tijdens zijn afwezigheid van 1 november tot 1 mei de sleutel tot opening van de sloot bij de veerman die de luijden over 't Sparen set achterlaten. Bleef Kops in gebreke dan was het de huurders en gebruikers toegestaan de deuren van de sloot aan de Spaamekant te forceren en de sloot te ope nen, zonder enige vergoeding aan de eigenaar. De deur ter af sluiting van de sloot aan de Spaarnezijde is duidelijk zichtbaar. Tevens moest Kops de sloot, de laan en de poort aan de Twijn- derslaan helpen onderhouden. Als onderpand worden in de akte genoemd de gepachte grond met opstal, soo van timmera- gie, heijningen, bepotinge en beplantinge. Daaruit zou kunnen blijken dat Kops de tuin al enige tijd in gebruik had. Nicolaas Kops was in 1683 getrouwd met Sara van Casele (1666-1743), zuster van de buurman Hieronimus van Casele. Nicolaas Kops was op zijn beurt weer een broer van Hieroni mus' vrouw Sara, zodat de buren dubbel met elkaar verzwa gerd waren. Geen wonder dat de namen van de tuinen dan ook spiegelbeeldig waren: Vlietzorg en Zorgvliet. De tuin die in principe een geheel lijkt, had dus twee bezitters. Het kan geen toeval zijn dat beide percelen in hetzelfde jaar (1696) werden verkregen. Door de snelle ontwikkeling van de buitenverblijf jes langs de westelijke Spaarne-oever was alleen de aanleg van smalle, langgerekte tuinen nog mogelijk. De familieband zorg de in dit geval voor een geheel andere aanpak. Resumerend kan het volgende opgemerkt worden. Abraham Inses legde de basis voor de indrukwekkende tuin, die in het hofdicht wordt bezongen. Een plattegrond uit 1679 toont ons nog een geheel andere indeling en bebouwing. De plattegrond uit 1696 laat duidelijke overeenkomsten zien met het schilde rij. In november 1696 werd het tuinoppervlak verdubbeld en hebben de eigenaren, de families Kops en Van Casele, hun tui nen op elkaar afgestemd. Er moeten enkele jaren overheen zijn gegaan voordat de tuin de afgebeelde allure had. De molen aan de overkant van het Spaarne werd pas in 1700 vervangen. Al met al kan het schilderij nu preciezer worden gedateerd: circa 1699. Deze nieuwe datering heeft belangrijke gevolgen voor de toeschrijving van het schilderij aan Schellinks, omdat hij in 1678 overleed. Tegen de nieuwe datering pleit hoogstens de kleding van de personen op het schilderij, die eerder op een 105

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 107