rig feest, want het was in 1823 dat hij voor Laurens Janszoon
werd opgericht en de Haarlemsche vrienden die hem trouw
zijn gebleven dienen nu het jubileum niet onopgemerkt voorbij
te laten gaan.
De mensch is wispelturig; c'est quelque chose de vain et on-
doyant, que l'homme, zegt Montaigne. En Haarlemers zijn ook
zoodanige menschen. Toonden zij maar iets van hun coste-
riaansche behoudszin in de zaak van hun gebouwde gedenk-
teekenen, wij zouden het gelukkig noemen. Maar zoo vasthou
dend zij zijn in de zaak van Lourens Janszoon, zoo los zijn zij in
die van hun fraaie poorten. De Kleine Houtpoort is nu tot af
braak gedoemd, wettig gedoemd door een gemeenteraad in de
19e eeuw.
En niet alleen de Kleine Houtpoort wordt bedreigd. Vosmaer
vervolgt:
Wie schilderachtige gebouwen, wie opmerkelijke voorbeelden
van de versterkingskunst der oude steden op prijs stelt, wie
daar verstand en smaak genoeg voor heeft, kent ook de Am-
sterdamsche poort te Haarlem. Nu wordt ook deze bedreigd!
Het is waarlijk en in ernst een schande dat de hooge en stede
lijke regeeringen toelaten niet alleen, maar vaak zelf bevelen,
dat allengs de bouwstoffen worden vernield van onze kunstge
schiedenis.
Wie zou niet wraak roepen, wanneer men dit thans met archie
ven deed? En toch is het geval gelijk. Alleen men voelt noch
maar niet dat die gebouwen behalve hun aesthetische ook een
geschiedkundige waarde hebben, als oorkonden. Wat baat een
fotografletje, dat we soms zoo gemoedelijk paskwillig in de
plaats van die gebouwen krijgen?
Wij doen een ernstig beroep op ieder die kunst, oudheid, ge
schiedenis, nationaal leven waardeeren, om bijtijds deze bar-
barendaad te voorkomen. Er dient waarlijk van hooger hand
geïntervenieerd te worden. De Koning heeft de macht, de mi
nister de bevoegdheid den Koning voor te stellen, een besluit
van den gemeenteraad te vernietigen. Zou daartoe ten opzich
te van Haarlem geen mogelijkheid zijn?
En dat is toch weer dezelfde stad die in zijn Teylerstichting een
museum bezit, rijk in de schitterendste oude kunstwerken en
uitmuntend beheerd; waar de Enschede s de eer der oude hol-
landsche typographic ophouden, waar Kruseman veel over
heeft voor kunst, waar de schoonste gebouwen onzer renais
sance zijn; die een kunstgeschiedenis heeft zoo rijk als eenige
stad, gelijk zijn kunstlievende dr. van der Willigen bewezen
heeft; die in haar stedelijk 3) museum een voorbeeld stelde en
daarin aan haar ouden meester Hals een monument stichtte.