Spotprent van Carel Vosmaer in De Nederlandsche Spectator van 26 maart 1870 naar aanleiding van de onderzoekingen van A. van der Linde die wilde aantonen dat Gutenberg en niet Coster de boekdrukkkunst had uitgevonden en dat feiten uit het leven van de kaarsenmaker herbergier Laurens Janszoon Coster en uit dat van de schepen-herbergier Laurens Janszoon gecombineerd waren. de onderste verdieping in hardsteen, met Dorische zuilen en profielen, de verdere bouw in zandsteen, met rijkere, Ko- rinthische motieven. De attiek en balustrade had ik weggela ten; dat zijn overtollige napraatjes nadat het boek, met de kroonlijst en het fronton, uit is. Men herademt als men zulk een gebouw zietbij al het onbevallige dat ons elders tegengrijnst. Wat ook altijd een schoon gezicht biedt is het Paviljoen, zoo heerlijk door den Hout omlijst. Mij dunkt het boomgewas is er veelal schooner dan om den Haag. De boomen van ons Haag- sche bosch hebben bijna alle van takken ontbloote stammen, terwijl die te Haarlem tot onderen toe hunne krachtige takken breed uitbreiden, wat den boom eenen oneindig schooneren vorm geeft. En welk eene woning, die een particulier, Hope, zich in 1795 liet bouwen! Vergelijk eens met welke onaanzien lijke, boersche huizen zich thans onze aanzienlijken, met zeld zame uitzonderingen, behelpen. En dat gebouw is nog vol van de fijnste en bevalligste overblijfselen uit den tijd van Louis XVI; de klassiek gestyleerde schoorsteenen, de oude draperie ën, de stoelen en banken zoo fijn en deftig van ornament, die koepelzaal met hare bevallige versierselen, wit op licht blau wen grond. Dit is een heerlijk huis om er een nijverheidsmu seum in te vestigen en de maatschappij van Nijverheid, die ons Kensington moet en wil worden, met haar musea, haar afdee- lingen en school, kon het niet gelukkiger treffen. 115 VAN EEN LEEO VOETSTUK. i'Y'.iA1 \t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 117