De Baen tijdens de aanleg van
het park naar ontwerp van J.D.
Zocher sr. in 1809. Aquarel van
J.P. Visser Bender.
(Gemeentearchief Haarlem,
topografisch-historische atlas)
'Die Baen' als Princessetuin
veld in een groot aantal kleine percelen. Aanvankelijk bijna
alle in gebruik bij inwoners van de stad, die er voor een deel
tuintjes hadden en er voor een deel kleine woningen maar ook
theehuisjes en theekoepels hadden gesticht. Tegen het eind van
de zeventiende eeuw stonden er alleen al langs de westzijde
van de Kleine Houtweg langs het gedeelte van de Baan zo'n
28 huisjes of verblijfplaatsen. Deze situatie ontstond uit de be
hoefte van kleine zakenlui en kleine burgerij van Haarlem om
buiten de nauwbehuisde stad te kunnen genieten van het 'bui
tenleven'. Vooral tijdens de achttiende eeuw is de Haarlem
merhout zo omringd geworden door tal van buitens en buiten
tjes, veeleer ontstaan in opdracht van Amsterdammers dan
Haarlemmers. Het noordelijk gedeelte van de Baan (het latere
Frederikspark) bleef als openbaar speelveld in gebruik.
Tijdens de zeventiende en achttiende eeuw was de Baan ook
één van de plekken waar de kermis werd gehouden. In de na
bijheid van tal van kroegen en herbergen aan het Houtplein en
de Dreef vonden tal van attracties en bezienswaardigheden op
het terrein van de Baan plaats. In 1799 was hier de artillerie
van het Frans-Bataafse leger gehuisvest.
In 1769 verwierf de Amsterdamse bankier Henri Hope een
omvangrijk stuk grond met opstallen in het gebied van de
Baan. Hij wist zijn bezit in de daarop volgende tijd aanzienlijk
uit te breiden. Daarop stichtte hij in 1786-1788 een riante bui
tenplaats, bekend als de hofstede Welgelegen. In 1808 werd
123