gen achter het paleis aan de Kneuterdijk. Na de dood van Ko
ning Willem ii werd het park door zijn opvolger in 1855 ver
kocht aan de stad Den Haag. Vervolgens werd het plan opge
vat er een villapark aan te leggen. Daartoe werden tussen 1855
en 1858 vier ontwerpen gemaakt. Eén daarvan werd geleverd
door J.D. Zocher jr., een tweede door een Duitse architect en
de overige twee door de toenmalige stadsarchitect van Den
Haag, W.C. van der Waeyen Pieterszen. Uit één van die twee
werd een keus gemaakt en tot uitvoering overgegaan. Dit villa
park wordt algemeen beschouwd als eerste in Nederland van
dit soort2I).
Het is dit Haagse villapark dat Van den Arend als voorbeeld
diende. Het beschikbare terrein van de Koekamp besloeg ruim
éénderde deel van wat men in Den Haag ter beschikking had.
Hij gaf in zijn toelichting aan dat Bij den aanleg, zoowel te
's Hage als in bijgaand plan, is vooral in het oog gehouden,
ruimuitzigt en vergezigts punten of lijnen, hetwelk eene eigen
aardige strengheid der lijnen van insluiting of verdeeling ver
oorzaakt. Twee, even brede, wegen deelden het park in vier
delen. Centraal was een vierdelig, ovaalvormig perk. In tegen
stelling tot Den Haag ontwierp Van den Arend In het mid-
denrond... eene fontein, welke door middel van de in de nabij
heid bestaande Duinwaterleiding kan worden gevoed 22).
Ook in tegenstelling tot het Haagse voorbeeld, ontwierp hij
rondom het centrale perk een rondomlopend pad, in de vier
resterende segmenten was door hem ruimte voor acht, respec
tievelijk twaalf villa's gereserveerd. Aan welk plan men de
voorkeur zou geven hing volgens hem af van de meerdere of
mindere grootsche aanleg der beplanting die men zich voor
stelt en waarnaar men zich dus zal behooren te regelen. Het is
nog belangrijk te vermelden dat Van den Arend voor beide
plannen de oppervlakten van de uit te geven percelen grond
had berekend. In het plan voor acht villa's liep dat uiteen van
18 roede en 94 ellen tot 51 rode en 64 ellen. In dat van twaalf
villa's bedroeg het kleinst perceel grond 12 roede en 98 ellen
en het grootste 39 roede en 80 ellen. Opvallend is dat alle per
celen grond verschillend van afmetingen zijn. Enerzijds is
deze 'grilligheid' waarschijnlijk te danken aan de toen heer
sende Engelse landschapsgedachte23), anderzijds aan de lichte
'parallellogram-vorm' van het ontwerp, waarin de elkaar krui
sende wegen niet op de assen zijn geprojecteerd. Wat Van den
Arend duidelijk aangeeft, is de keuze tussen het accent op
groenvoorziening of op bebouwing en niet op enige onderlinge
afweging. Op de uiteinden van de kruisende wegen projecteer
de hij aan de west-, oost- en noordzijde gebouwen als afslui
tende blikvangers. De noord-zuid verbinding werd door hem