Dreef en het park als achtertuin. Voor de plaatsen langs de Kleine Houtweg was nagenoeg geen belangstelling. Opmerke lijk is het moeizaam bebouwen van de zuidzijde. De geringe diepte van de kavels, gelegen tussen het zuidelijke pad en de tuin van het Paviljoen Welgelegen, en de oriëntatie op het noorden zijn mogelijk de redenen geweest. Opvallend is de rol van meester timmerman, bouwmeester, J. van Ek. Onderzoek naar architecten uit deze periode is nog nooit uitgevoerd, zodat over de betekenis van deze 'ontwerper' nog geen zinnig woord Frederikspark met grazend vee in het centrale weiland, circa 1890. (Gemeentearchief Haarlem, topografisch- historische atlas) is te zeggen. Enige verwarring is aanwezig door de onduidelij ke rol die J. van Ek en Jb. van Ek jr. spelen in de stukken. Er is duidelijk sprake van twee personen, waarvan er één ontwerper, maar ook opdrachtgever, is en de ander alleen opdrachtgever. Bovendien heeft J. van Ek een zoon, die in deze periode ook woonachtig is in de Gierstraat en evenals zijn vader timmer man van beroep is. Voorlopige conclusie is dat J. van Ek - senior dus - als architect is opgetreden. De bemoeienis van J.D. Zocher jr. is slechts in twee bouwaan- vragen aangetoond en dan nog heel zijdelings. Toch was be paald dat voor alle aanvragen een plan en teekening diende te worden onderworpen aan de goedkeuring van b w en dat betreffende die aanvragen de gevoelens diende te worden in gewonnen van J.D. Zocher jr. of van diens zoon L.P. Zo cher 65). Gebruik van het weiland Vanaf het ontstaan van het centrale weiland de Koekamp was de Koekamp dit verhuurd geweest aan stalhouder J.Jvan den Berg. Regel matig, per periode van tien jaar, huurde hij de grond van de gemeente Haarlem voor het weiden van vooral paarden maar ook vee, zoals koeien. 147

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 149