Gevelsteen, afkomstig uit het
achterhuis van Klein Heiligland
58, thans ingemetseld in de
gang bij de kerk in de
Frankestraat. (foto Chris Pointl
Godt de Heere onse herten gestiert heeft, tot medogentheijt tot
de arme weeskens van den block, alsoo tot onser kennisse
dickmael ghekoomen was Dat de kinderen voorsz. besteedt
werden, Daer sij niet wel opghebracht en werden, Soo ist, dat
mij onderschreven saliger man ende ick geresolveert hebben
een Weeshuis, tot onsen kosten te laten maken, op 't Cleijn
Heijlighlant ende nu ende dan enighe gifte, tot staende houden
ende opvoeding der weeskens bij ons leven ende anders bij tes-
tamente betaelt, sulcx uijt ons eigen vrije wille Deze ordre
is ondertekend door Elisabeth Blenckvliet, weduwe van Jac
ques van Damme, en is gedagtekend 15 mei 1643.
Uit dit stuk blijkt dat de doopsgezinden van de Vlaamse Blok
aanvankelijk de algemene praktijk volgden van het uitbeste
den van wezen bij particulieren en ook dat Jacques van Dam
me en zijn vrouw Elisabeth Blenckvliet vonden dat zo kinde
ren niet goed werden opgevoed. Hiemit blijkt tevens dat er
meer mensen bij de stichting van het weeshuis betrokken wa
ren dan het op het gedenkbord genoemde echtpaar. Dit wordt
overigens in de tekst van het gedicht ook niet tegengesproken,
Nicolaes Billaerts had immers het kinderhuis gesticht nevens
meer met mij vercoren.
Wie waren nu Jacques van Damme en Elisabeth Blenckvliet,
en wat was precies hun rol? Jacques van Damme was een ver
mogend koopman, die in de doopsgezinde gemeente van de
Vlaamse Blok een vooraanstaande rol lijkt te hebben gespeeld.
Samen met zijn vrouw stichtte hij in 1640 het Zuiderhotje aan
de Zuiderstraat. Uit het archief van dit hofje blijkt dat het echt
paar eigenlijk alleen het kapitaal ter beschikking stelde, aan
koop van een huis en erf, bouw van huisjes en organisatie lie
ten ze over aan Michiel Slaghregen en Dirck de Wael.
Meer informatie, zowel over de stichting van het hofje als mo
gelijk over de stichting van het weeshuis, zou wellicht het be
sloten testament van Jacques van Damme bieden, maar dit tes
tament is noch in het archief van het hofje, noch in het archief
12