dat de architect A. van der Steur daarin zitting had83), als ook enkele raadsleden. De belangrijkste uitgangspunten waren het verkrijgen van de eerder vermelde concessie en het beschik king krijgen over voldoende terrein voor het stichten van onder andere een Kurhaus met toebehoren. Op 30 juni 1892 vond vervolgens de officiële oprichting plaats van de 'Maatschappij tot exploitatie van Staal waterbronnen'84). De gevraagde con cessie werd verleend bij raadsbesluit van 20 april 1892. Pas twee jaar later, op 20 augustus 1894 werden de eerste bouwplannen ingediend. De ontwerpen werden geleverd door de Haarlemse architecten J.A.G. van der Steur en D.E.L. van den Arend. Voor de inrichting van het omringende terrein werd het ontwerp geleverd door de Firma J.D. Zocher en L.P. Zocher. L.P. Zocher was er nauw bij betrokken en onderhield persoonlijk alle contacten. De eerst ingediende plannen betrof fen alleen de bouw van het Brongebouw. Zij worden goedge keurd met uitzondering van de aan de zuidzijden ontworpen twee vleugels85). Met de bouw van het Brongebouw werd di rect aansluitend aan de goedkeuring begonnen. Aan de Baanzijde was een oprit geprojecteerd, waarvan de uit voering bezwaren opleverde. De oplossing werd gevonden in de aanleg van een stoep. Als reden werd aangevoerd dat aan gezien de nieuw te maken toegangsweg langs het gebouw door de aanwezige boomen volkomen bepaald is, hiervooi geene andere oplossing mogelijk is dan het maken dei bovenge noemde treden. Daar deze treden niet in den publieken weg kunnen gelegd worden, maar de bij raadsbesluit vastgestelde rooilijn zullen moeten beginnen, is het noodzakelijk dat het ge bouw zooveel achteruit gezet wordt, als door het verschil tus- schen treden en oprit wordt bepaald 86). Aldus vroegen Van der Steur en Van den Arend toestemming het gebouw onge veer één meter tachtig meer richting het centrum van het park te mogen plaatsen. Dit was een merkwaardige affaire, die leid de tot een verhitte discussie, omdat de bouw reeds begonnen was en het gebouw in wording feitelijk op dat moment al circa twee meter te ver naar het zuiden in aanbouw was. De aanvra ge kwam dus een beetje te laat. Een en ander kwam aan het licht omdat de landmeter van het kadaster een nadere opmeting had verricht en naar aanleiding daarvan de hoofdopzichter over de werken en gebouwen zich bij b w had gemeld. De gemeentelijke commissie had ver volgens overlegd met de beide architecten en hen als oplossing voorgesteld dienaangaande alsnog een verzoek in te dienen De gemeenteraad ging aarzelend akkoord maar de heren archi tecten werd een boete opgelegd van duizend gulden. Drie da gen later ontving de raad een zeer uitgebreide brief van hen 151

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 153