lemse stadsbeeld verdween werd het tramtracé omgevormd tot weg in het verlengde van de Rustenburgerlaan en werd het park door een alsmaar drukker wordende verkeersader ge deeld. Tot nu toe de grootste fout in de geschiedenis van het Frederikspark. Op 2 juni 1930 werd door architect J. Ph. Peper uit Heemstede een bouwplan ingediend ter vervanging van de negentiende- eeuwse villa nr. 2. Eigenaar en bewoner daarvan, A. Hooge- veen, gaf de opdracht. Rond 5 september 1930 werd de villa gesloopt, alleen de kelder ervan bleef behouden. De nieuwe villa werd op 4 april 1931 opgeleverd Aanvankelijk keur de de Schoonheidscommissie het bouwplan niet goed. Zij achtte het karakter van de nieuwbouw niet passend in de om geving. Deze nieuwe 'villa' week af van de overige villa's omdat onder andere schoon metselwerk werd toegepast. Deze villa leidde een 'huiselijk' bestaan tot 1986. Toen vestigde zich daar een van het Houtplein verdreven Chinees, die zijn restau rant moest verplaatsen in verband met de nieuwbouw aldaar. Het Buurtcomité Buitenrust verzette zich fel, maar uiteindelijk werd de bouwvergunning verleend. Het uiterlijk onderging buiten-Europese wijzigingen. Een grotere aantasting vond plaats aan de zuidzijde van het park. In 1962 werden plannen ontwikkeld door de Provinciale Staten om de Griffie aan de noordzijde van het provinciale grondgebied uit te breiden met een archief- en kantoorgebouw. Dit nieuwe complex kwam tegen de zuidelijke begrenzing van het Frederikspark te liggen. De negentiende-eeuwse villa nr. 8 werd omstreeks die tijd gesloopt. De plannen voor de verbouw werden ontwikkeld door prof. ir. H.T. Zwiers. De uitvoering vond plaats in 1962-1963- In datzelfde jaar werd besloten tot een verdere uitbreiding van het Provinciehuis, aansluitend aan het verbouwde archiefgebouw. Het ontwerp werd eveneens geleverd door prof. ir. H.T. Zwiers Gaandeweg raakte het Frederikspark op de achtergrond. In de zeventigerjaren stelt Nico A. Brink bij de Dienst voor de Hout en Plantsoenen een notitie samen. Daarin merkte hij op. dat de nabijheid van de Hout er waarschijnlijk toe heeft bijgedi agen, dat er verstorende processen in het Frederikspark plaatsvon den. De publieke opinie speelt hierbij een rol. De betrokken heid van de Haarlemmers ten opzichte van de Hout is groter dan die bij het Frederikspark U2). Ruim 15 jaar later komt daarin verandering. Vanaf 5 december 1990 is de binnenstad van Haarlem en de omgeving van de Haarlemmerhout officieel aangewezen tot een Beschermd Stadsgezicht. In de toelichting op het voorstel tot aanwijzing van Haarlem tot Beschermd Stadsgezicht is in 163

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 165