redactie: Monumentenzorg Haarlem
IR. W.B.J. POLMAN EN
DRS. J.B. UITTENHOUT
Alle foto's, tenzij anders Het monumentenjaar 1991 is voor Haarlem een druk en veel-
vermeld, sector gemeen- zijdig jaar geweest, waarvan het niet doenl.jk is om alle feiten
tewerken, afdeling bma, en feitjes in dit verslag te vermelden; evenals voorgaande jaren
Jos Fielmich is wederom een selectie gemaakt om de verwerkte informatie
zo uitgebreid mogelijk te laten zijn zonder de leesbaarheid uit
het oog te verliezen. Om deze reden is dit verslag opgebouwd
uit verschillende onderdelen en tot stand gekomen met mede
werking van diverse personen, die afzonderlijk genoemd wor
den bij de onderdelen. De lijst met een overzicht van restaura
ties in 1991 werd door de heer ing. A.J. Kruijer samengesteld.
Zoals in voorgaande jaarverslagen al is aangekondigd, is de
zelfstandige afdeling Monumentenzorg, met de taken en sa
menstelling zoals deze in 1956 werd gesticht, opgehouden te
bestaan en in verschillende onderdelen ondergebracht bij de
nieuwe afdeling Bouwkunde, Monumentenzorg en Archeolo
gie van de Sector Gemeentewerken.
De bescherming van de Stelling van Amsterdam, waarvan
Haarlem met de verdedigingswerken in Spaarndam deel uit
maakt, is procedureel opgestart met een kadastrale inventarisa
tie en aanschrijving van de eigenaren en andere rechthebben
den. Het is de bedoeling dat het geheel in de komende periode
beschermd zal gaan worden als provinciaal monument, een
keuze die zeer te verdedigen is vanwege de zeer belangnjke
betekenis van het complex en het feit dat onderdelen daarvan
in enkele tientallen gemeenten gelegen zijn.
De tot stand koming van de toeristische fietsroute is gevierd
met het onthullen van een ANWB-monumentenbord in Spaarn
dam en een feestelijke bijeenkomst bij het Recreatieschap te
Haarlemmerliede.
Halverwege het jaar is door het provinciale M.i.p.-team een be
gin gemaakt met de inventarisatie van het gemeentegebied van
Haarlem in het kader van het Monumenten-Inventarisatie-Pro-
ject (m.i.p.), dat landelijk in 1987 gestart is. Het bekend worden
van de resultaten daarvan wordt in 1992 verwacht. Aan het bij
eenbrengen van de benodigde gegevens is meegewerkt door
169