ook een gevonden sleutelstuk, die in de bouwmuur bleek te zijn weggewerkt. Van oudsher is aan de rechterzijde van het pand een poort aanwezig geweest, die toegang heeft gegeven tot een achterterrein. De oudst bekende transportakte dateert van 1618, toen H. Steijn, burgemeester en ontvanger van de gemenelandsmid- delen het huis kocht van Stans Benningh van de Loosdrecht. In 1657 vond de overdracht plaats van dit pand door Cornelia van der Meijde, weduwe van Hugo Steijn, aan haar zoon Mattheus. Na overlijden van laatstgenoemde en diens echtgenote in 1695 kwam Jacques Froment in het bezit van het pand, en wel door zijn huwelijk met hun dochter Maria. Voor het eerst werd bij die gelegenheid melding gemaakt van de aanwezigheid van de noordpoort met 'bruickwaer'. In de volgende jaren gaat het pand met een gemiddelde van ruim eens in de twintig jaar in andere handen over: Elisabeth Wallis (1728), Abraham Perre- monie (1748), Helena Maria de Kramer (1774, weduwe van Abraham Perremonie), Floriana van der Hoeff (1792), Hen drik Wijkhuisen (1794) en na diens overlijden in 1849 diens dochter Johanna Jacoba Wijkhuisen tot 1857. Vanaf dit mo ment wordt melding gemaakt van het feit dat de eigenaar een ambacht uitoefent, hetgeen erop zou kunnen wijzen dat het huis gedeeltelijk een bedrijfspand wordt. De nieuwe eigenaar in 1857, Johann Wilhelm Friederich Erley, was kunstdraaier en diens opvolger in 1893, Johannes Jacobes Wesseling, deed in goud- en zilverwerken. Een beschrijving van het pand van Van der Steur in het boek 'Oude gebouwen in Haarlem' (1907) vermeldt: Ca. 1600. Trapgevel met lisene op console. De dekband der console doorlopende als afdekking van een der trappen; de console dienende als sluitstuk van de segment boog van het zoldervenster. Dit venster steunende op cordon- lijst, doorlopende als dekband van een der trappen van de trapgevel. Raamopeningen met ellipsvormige ontlastingsbo- gen met sluit- en aanzetstukken van bergsteen. In 1931 kwam het pand in gemeenschappelijk eigendom aan mevrouw F.G.J. Geyl en J.H.A. van Brederode, waarbij een scheiding werd aangebracht tussen beneden-(winkel )huis en bovenwoning; de bouwkundige toestand van de gemeen schappelijke bouwmuur met nr. 38 was zodanig slecht, dat er maatregelen moesten worden getroffen; gezien het hoogtever schil van ca. 13 cm (hetgeen bij de huidige werkzaamheden bleek) is zowel de beganegrondvloer als die van de verdieping uitgevlakt. De oorzaak van de plotseling optredende verzak king kan een defecte rioleringsbuis zijn, die langs deze muur loopt. Tot de werkzaamheden indertijd behoren het aanbren gen van een ingrijpend veranderde gevel met nieuwe 176

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 178