Naast de reeds genoemde aula, waarvoor de binnenplaats
transparant overkapt is, zijn op de begane grond en verdieping,
grotendeels in de oorspronkelijke leslokalen, de nieuwe theo
rielokalen en docentenkamer ondergebracht. De ruimte voor
de aula loopt door onder de eerste verdieping aan de rechterzij
de van het gebouw, waar een podium is aangebracht; in de
laatste fase is op de zolderetage een technieklokaal als achtste
lokaal gemaakt, waarmee een lang bestaande wens bij het
gymnasium werd verwezenlijkt.
Herstel van de balustrades en hoofdaccenten als dakkapellen is
achterwege gebleven vanwege het kostenaspect. Jammer ei
genlijk, want nu het gebouw mist de oorspronkelijke allure.
Voor het gymnasium betekent het een hele verbetering. Wat
eeuwen geleden begon in een steeg groeide uit tot een vesti
ging rondom een Prinselijk Hof.
Onderzoek naar de geschiedenis van dit pand leverde als
oudste vermelding een transportakte op uit 1652, waarbij dit
huis vanwege Theunis Thomasz. aan Anthonij Govertsz. Ver-
dingh, woonachtig in 's-Gravenhage, wordt overgedragen.
Michiel van Sou, echtgenoot van de enige erfgename van Mar-
gareta Verdingh, verkocht in 1685 het huis aan Daniel Eg-
bertsz. Uit deze akte blijkt dat er een secreet op het achtererf
was dat werd gedeeld met de eigenaresse van het belendend
perceel, de weduwe van Jan de Venter. Met ruim 10% winst
verkocht Daniel Egbertz. het huis binnen twee jaar aan Pieter
de Hollander. Door vererving via zijn zuster Magteld kwam
het pand in 1718 in handen van haar zoon Pieter de Weij, die
het in 1721 aan Pieter Woortman verkocht.
Van stadswege werd in 1733 door mr. Gerard van Otelaar en
Simon Tetterode aangestelt tot sequestors over den persoon en
goederen van Pieter Boudewijns Woortman het huis verkocht
aan Willem Batelaan voor 165 car. guldens; dit bedrag is bijna
een kwart van het bedrag dat in 1687 werd betaald!
Bij de veiling in 1767 blijkt de waarde van het pand ruim
schoots verdrievoudigd te zijn; ook wordt nu duidelijker hoe
het pand is samengesteld: een huijs en erve, voorzien met een
voorhuijs, binnenkeuken, kelder etc., voorkamer, zoldei en
vliering. De koper was Jan van Dijk en de opdrachtgeefster tot
deze veiling was Catharina Steenwijk, weduwe van Willem
De nieuwe eigenaar overleed in 1779 en wederom werd het
pand geveild; bij de beschrijving worden meer details van ge
geven: een hegt, sterk en weldoortimmerd huijs en erve; voor
sten van een voorhuijs, voorts een binnenvertrek met haard,
183
KOKSTRAAT 14