stadsarchitect Abraham van der Hart en Joseph Cuel als ka merbehanger en stoffeerder. De opdrachtgever tot de bouw, Willem Philip Barnaart, stond overigens aanvankelijk slechts een verbouwing van zijn woon huis voor ogen, maar uit het overleg met Van der Hart bleek al spoedig dat een totale nieuwbouw tot een beter resultaat zou leiden. Behalve dat hij de ontwerptekeningen vervaardigde, hield Van der Hart wekelijks toezicht op de bouw, waarvoor hij telkens uit Amsterdam moest komen. Na Barnaarts overlijden wordt het pand verkocht aan Willem Henry Koppiers en vervolgens in 1868 aan mr Tjepke Muiier, de vader van de bekende Pim Muiier. In 1880 werd de provin cie eigenaar en vond een uitvoerige verbouwing tot ambtswo ning van de Commissaris der Koningin plaats. Tot 1940 heeft het pand als ambtswoning dienst gedaan. Daarna zijn er tot 1948 vergeefse pogingen ondernomen om het pand tot Empire Museum te bestemmen, vanaf dat jaar is het tot 1967 verhuurd geweest aan het film im- en exportbedrijf Animex. In de perio de tot 1990 heeft het onderdak verleend aan diverse onderde len van de provinciale organisatie en vanaf december 1990 zijn de Culturele Raad van Noord-Holland en de Stichting Sport service Noord-Holland in het pand gevestigd. In het verslag jaar tenslotte werden de verbouwing en het herstel gereali seerd. De bebouwing van de Wilhelminastraat vertegenwoordigt een periode waarop de aandacht van de monumentenzorg zich in de komende jaren zal concentreren. Het betreft de periode 1850-1940 en de gebouwen uit deze tijd worden wel geken schetst als 'jonge monumenten'. Het opmerkelijke van de Wil helminastraat is dat het wat betreft de architectuur een grote eenheid vormt terwijl tevens in deze straat naast de woonbe stemming diverse andere bestemmingen aanwezig zijn, zoals scholen en een kerk. Dit maakt deze straat ook landelijk bij zonder. De straat maakte deel uit van het uitbreidingsplan dat de ge meente-architect Jacques Ley in 1881 vervaardigde. Het zwaartepunt van de bouwactiviteiten ligt in de periode tot 1920. In het oorspronkelijke plan kwam het schoolgebouw op nummer 43A niet voor, maar dit was ingevoegd omdat er ruim tegebrek kwam in de opleidingsschool op het Prinsenhof. Leyh ontwierp de school als onderdeel van een langgerekt bouwblok, dat de nummers 19 tot en met 59 omvat. Toch kreeg de school een opvallend karakter met een afwijkende ge velbreedte en een tympaan, dat afkomstig was van de inmid- WILHELMINASTRAAT 43A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 188