Oude Weeshuis overgaan en zou uitgroeien tot de beroemde Teylerfeesten. Thans wordt de traditie voortgezet in 'Spaar en Hout', waar de bewoners rond die datum een kleine attentie krijgen aangeboden. Want tenslotte zijn de bewoners van Spaar en Hout, dat jarenlang onder hetzelfde bestuur stond als het Weeshuis ook wezen. Helaas kwam er in de gemeente van Isaac Snep, die het Oude Weeshuis had behouden en zich de Vlaamse gemeente noem de, al heel snel opnieuw onenigheid. Deze begon in 1681 en in 1685 vond de definitieve scheiding plaats. Wederom werd al les verdeeld op basis van de verhouding van het ledenaantal van de twee groepen. De gemeente van Jan Evertsz., die zich de Vlaamse en Friese gemeente noemde, telde 728 leden. Aan hen werd het Oude Weeshuis toegewezen, maar zij moesten wel naar een ander vermaanhuis uitzien. De groep van Thomas Snep c.s., de Vlaamse en Hoogduitse gemeente, telde 382 le den en moest naar een nieuw weeshuis uitzien. Hiertoe werd aanvankelijk een huis gehuurd in de Ravelingsteeg, maar in 1704 werd dit door het toenemende aantal wezen echt te klein. De kerkeraad stelde toen het Huis ter Kleeff in de Frankestraat ter beschikking, mits de regenten de verbouwing betaalden en bovendien slechts voor een periode van tien jaar. Stilzwijgend werd deze periode verlengd totdat de scheiding van 1685 on gedaan werd gemaakt in 1747 en de wezen weer teruggingen naar het Oude Weeshuis. Het Oude Weeshuis, dat na 1685 behoorde tot de Vlaamse en Friese gemeente, kende na de twee scheuringen aanvankelijk financiële problemen. Dat is geen wonder, want telde voor 1673 de gemeente 1900 leden, de nieuwe gemeente telde er slechts 728 en moest bovendien een nieuw vermaanhuis op richten. De kerkekas moest bijspringen bij de exploitatie van het weeshuis en dat ging ten koste van de zelfstandige positie, maar het kon niet anders. Na 1703 kwam het overigens niet meer voor. In de achttiende eeuw werd de geschiedenis van de doopsge zinde gemeenten niet meer gekenmerkt door splitsingen, maar juist door verenigingen. Ten gevolge hiervan kwamen in 1747, zoals gezegd, de wezen uit het Huis ter Kleeff weer in het Oude Weeshuis terug, en in 1784 werd ook het weeshuis aan de Vest opgeheven. Zo werd het Oude Weeshuis weer het eni ge doopsgezinde weeshuis. Het gebouw aan het Klein Heiligland heeft in totaal bijna 250 jaar dienst gedaan. Hoe het gebouw in de loop der tijd was ingedeeld, is af te lezen uit twee plattegronden die zich in de Topografisch Historische Atlas van het gemeentearchief Haar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 18