zes katoenen hemden
zes gekeperde onderbroeken
zes gekeperde borstrokken
zes halve hemdjes
zes paar kousen
twaalf bonte zakdoeken
een zijden das
twee lustren (angorawollen) dassen
een pet
een pilo vest
een pilo broek
een lakense broek
twee lakense jassen
een paar schoenen
een paar pantoffels
een hoed
De meisjes kregen:
zes hemden
twaalf doeken
vier borstrokken
zes flanellen hemden
acht paar kousen
een paar laarzen
een stoffen japon
twaalf hilversumse keperrokken
zes boezelaars zowel bont als wit
zes halsdoeken van neteldoek
zes broeken
twaalf zakdoeken
zes onderlijfjes
een corset
een zwarte merinoswollen rok
een paar pantoffels
twee katoenen japonnen
zes zakken
vier nachtjakken van paars katoen
vier paar wollen of gekleurde kousen
Later kwamen er nog een hoed en een mantel bij. Zowel de
jongens als de meisjes kregen een koffer of een kastje mee om
hun uitzet in op te bergen. Een jongen die militair werd had
geen uitzet nodig. Hij ontving daarom 200,- ter compensatie.
De uitzetten zijn in de loop der jaren wat hoeveelheid betreft
nauwelijks veranderd, zelfs niet in de jaren dertig van deze
eeuw.
25