het voedsel en beloofden beterschap. Ze werden niet ontsla gen, maar vroegen enkele dagen later zelf ontslag, omdat ze het niet konden verkroppen dat ze over het eten waren aange sproken. Dit ontslag werd aanvaard. Na enige maanden werd er een ander echtpaar aangesteld en in het bijzijn van alle kin deren, al het personeel en de bewoners van het Blokshofje wer den deze verwelkomd en werd afscheid genomen van de oude binnenouders. Rancune hadden de regenten niet, beide echtpa ren ontvingen 50-, het ene om er een aandenken van te ko pen, het andere als tegemoetkoming in de reis- en verhuiskos ten. Eind negentiende eeuw werd een voormalig hoofdonderwijzer met zijn vrouw aangesteld en ze schijnen dat zeer goed gedaan te hebben. Rond 1920 was er ook zo'n fantastisch echtpaar ge weest dat het voor de kinderen ook echt gezellig maakte, hun veel huiselijkheid en geborgenheid gaf en ook sfeer wist te scheppen. Dat zijn natuurlijk eigenschappen die bij een sollici tatie niet geheel zijn in te schatten. Het echtpaar dat in de jaren dertig de skepter zwaaide bleek deze eigenschappen beslist niet te hebben. De wezen die deze overgang hebben meege maakt, hebben het ook niet gemakkelijk gehad. Na de Tweede Wereldoorlog heeft men serieuze plannen ge had om het weeshuis te sluiten. Men vond een weeshuis niet meer passen in de tijd. Maar toen kwamen er aanvragen om kinderen op te nemen waarvan een of beide ouders omgeko men waren in Japanse interneringskampen in Nederlands Indië en er werd besloten deze kindern op te nemen. Na de oorlog kwam de leiding in handen van een directrice, geassisteerd door een adjunct, dus voor het eerst geen echtpaar meer, en dat schijnt goed bevallen te zijn. De komst van weeskinderen uit Nederlands Indië is een grote zorg geweest, want deze kinde ren hadden in hun prille jeugd zoveel meegemaakt dat ze be hoorlijk van slag waren. Het werd een moeilijke periode in de geschiedenis van het weeshuis: onhandelbare kinderen, waar voor deskundige hulp van buiten de eigen kring moest worden ingeroepen, die zich natuurlijk bemoeide met de gang van za ken. Dat waren de regenten niet gewend, zij hadden het im mers altijd alleen voor het zeggen gehad. Een van de adviezen was dat een persoon zich als een soort vaderfiguur speciaal met de kinderen moest bezighouden. Regent Groeneveld nam deze taak op zich en hij heeft dat zo voortreffelijk gedaan dat alle kindern goed terecht zijn gekomen, enkelen hadden jaren na het verlaten van het weeshuis nog contact met hem. In 1962 kwam er tenslotte, na 328 jaar, definitief een einde aan de geschiedenis van het Oude Weeshuis. 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 29