1 mm 8. Beer als schildhouder, (foto E.A. van Voorden) 9. Rechts: leeuw als schildhouder, (foto auteur) 10. Geheel rechts: aap als schildhouder. (foto E.A. van Voorden) kundige)9) heeft hij de kop en het lijf van een haan en het ach terlijf van een slang of een hagedis (afb. 5). Zijn blik en zijn adem zouden in de regel dodelijk zijn. Daarom symboliseert hij de dood. Alleen de wezel, die hier het symbool van Christus is, durft hem aan te vallen en doodt hem. Overigens, met de basilisken hier op het koorhek is er iets mis: zij hebben wel vleugels en ook de kop en de nek van een haan, maar het lijf van een leeuw. Deze afwijking kan ik niet verklaren, maar misschien heeft de beeldhouwer ze verward met de griffioen, die terecht met het lijf van een leeuw afgebeeld wordt. De griffioen (afb. 6) heeft de kop en de vleugels van een ade laar, de koning van de lucht, en het lijf van een leeuw, de ko ning van de aarde. Hierom is hij een symbool van Christus, de koning van hemel en aarde. Soms echter verbeeldt hij de dui- vel, of de ondeugd van de hebzucht of de hoogmoed. Een mi- sericorde in Kempen 10) vertoont het wapen van Enea Silvio Piccolomini (van 1458 tot 1464 paus Pius 11) en dit wordt ge houden door een griffioen (afb. 7). Misschien heeft hier de pauselijke waardigheid (plaatsbekleder van Christus op aarde) de keuze van de schilddrager bepaald. De beer (afb. 8) is een zinnebeeld van de duivel, die de kudde van de Heer belaagt, en ook van de ondeugd van toom of woe de, die hij soms tot rijdier dient. Het is echter de vraag, of wij het hier in de symboliek moeten zoeken. De riem waaraan zijn wapenschild hangt, is zo potsierlijk om zijn kop en schouders gebonden (het oor is nog net vrij), dat men eerder denkt aan de beren die met dansen en andere kunstjes het volk moesten ver maken. De leeuw (afb. 9) kan gunstige en ongunstige betekenissen hebben. Zijn taak als wachter bij het heiligdom zal nog ter sprake komen. Als zinnebeeld van macht en kracht duidt hij 34

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 36