V m 19- De teef. (foto auteur) ligdom, wat misschien ook de taak is van de bronzen leeuwe koppen aan kerkdeuren (bijvoorbeeld in de Dom van Aken). Beide honden dragen een kaproen, een kledingstuk dat men op verschillende manieren kon dragen, wat hier ook gebeurt l5). Bij de teef (rechts) doet het dienst als draagzak en zit er een huilend jong in, dat naar het schip van de kerk gewend is (afb. 19). De reu (links) draagt zijn kaproen als een schoudermantel tje met een kap. Hierover hangt, aan een riem, een tas, waarvan de klep aan de linkerkant niet helemaal gesloten is. Er blijkt een jong in te zitten, dat zijn snuitje naar buiten wil steken (afb. 20). De tas en de riem zien er fraai uit en dit weerspreekt de interpretatie dat het een bedeltas zou zijn. Dat hier geen sprake is van bedelvolk, blijkt ook nog uit de drie kwasten waarmee de kleding versierd is. Onder elk van de honden ligt een puppy. De teef laat voorzich tig haar linker voorpoot op het lijf hiervan rusten en de reu zet zijn rechter voorpoot naast het kopje van het jong (afb. 19 en 21). Volgens sommigen zouden deze beestjes, althans dat bij de teef, dood zijn. Dit is niet het geval. Wel lijken zij blind. Dit komt omdat het heel jonge dieren moeten voorstellen, en jonge honden worden blind geboren. Dit was ook de middeleeuwers bekend. Het komt voor in middeleeuwse dierenboeken, onder anderen dat van Konrad von Megenberg l6), waar staat dat 40

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 42