stadskeuren en landswetten te gehoorzamen. Zij behoren be lasting te betalen en het college van schepenen als hun gerecht te erkennen. Civiele kwesties tussen joden onderling mogen zij voorleggen aan hun parnassiem; schepenen zullen die vonnis sen executabel verklaren. Van de vonnissen van de parnassiem staat hoger beroep op het stedelijke gerecht open. Ook kwes ties betreffende de joodse religie en ceremonieën worden aan de parnassiem voorgelegd. De magistraat verbiedt antichristelijk optreden in de synagoge - op straffe van verbanning of boete. Tijdens christelijke feest en bededagen mogen de joden geen aanstoot geven; zij moeten dan hun winkels gesloten houden. Joden mogen geen woeker rente heffen. Er wordt op straffe des doods een verbod gesteld op huwelijken tussen joden en christenen, ook buitenechtelijke relaties zijn verboden. Ten aanzien van overspel tussen joden onderling gelden de regels van de zogenaamde 'Politieke Or donnantie' die de Staten van Holland op i april 1580 hebben afgekondigd. In het algemeen mogen de joden geen zending onder christenen bedrijven; het is hun uitdrukkelijk verboden christenen en hun kinderen te besnijden. Daarentegen zullen geen joden gedwongen mogen worden tot het ondergaan van de doop. Ingeval van onenigheid over de interpretatie van artikelen van het privilege zal men zich richten naar de meest gunstige uit leg, naar regels van billijkheid. Blijkbaar is het vereiste getal van minstens vijftig joodse fami lies vooralsnog niet geïmmigreerd. Amsterdam lag gunstiger en de magistraat aldaar liet de joden zoveel mogelijk onge moeid - zónder een officieel 'privilege' verlenen. Ook dat kan aan de positieve invloed van het voortreffelijke Haarlemse charter te danken zijn geweest. Noten 1. R.G. Fuks-Mansfeld, De Sefardim in Amsterdam tot 1795. As pecten van een Joodse minderheid in een Hollandse stad (Hil versum, 1989), pp. 39-40. 2. Renée Kistemaker en Tirtsah Levie (red.), Exodo. Portugezen in Amsterdam 1600-1680 (Amsterdam, 1987)- 3. H.J. Zantkuyl, 'Reconstructie van een vroeg 17e eeuwse synago ge' en E.M. Koen, 'Waar en voor wie werd de synagoge van 1612 gebouwd?', Maandblad Amstelodamum, 57 (197°) resp. pp. 199-207 en pp. 209-212. 4. Voor uitvoeriger vergelijking van die stedelijke privileges zie mijn bijdrage 'The legal positions of the Sephardic Jews in Hol land c. 1600' aan het congres The Sephardic Heritage in the Netherlands, Jerusalem November 1991 53

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 55