resoluties met de leer en interne organisatie van de kerk. Dat waren zaken die niet tot haar terrein behoorden. Hun theologi sche standpunten hadden zij inmiddels, in reactie op het ver zoekschrift van de remonstranten, uiteengezet in een contrare monstrantie. Zij zijn daardoor de geschiedenis ingegaan als de contraremonstranten of, naar Arminius tegenstander Francis- cus Gomarus, gomaristen. Het conflict beperkte zich niet tot de godsdienst alleen. Allerlei andere zaken raakten er op den duur steeds meer mee verbon den. Allereerst de veronderstelde kwade bedoelingen achter het bestand, want remonstrantse opvattingen en Oldenbarne- velts pro-Franse politiek werden maar al te graag gezien als het resultaat van Spaanse omkoperij. Ten tweede werd de oude vraag naar de juridische competentie van de gewestelijke ho ven van justitie, het Hof van Holland en de Hoge Raad, acuut. Deze colleges namen de beroepszaken in behandeling van bur gers die als gevolg van lokale wrijvingen zonder vorm van proces uit hun stad verbannen waren. De Staten van Holland en tal van lokale besturen verzetten zich tegen deze gang van zaken: dergelijke beroepszaken behoorden niet tot de compe tentie van de hoven van justitie. Een groot probleem, tenslotte, vormde de 'anti-Hollandse' politiek van Amsterdam. Gedurende de bestandsjaren kreeg de altijd al eigenzinnige po litiek van deze rijke koopmansstad een hardnekkige contrare monstrantse kleur. Machtige Amsterdamse burgemeesters als Reynier Pauw werden nu de tegenspelers van Oldenbamevelt en de steden die de kerkelijke politiek van de laatste steunden of zelfs nog minder geneigd waren tot compromissen dan hij. Amsterdam stond met zijn standpunten bovendien niet alleen. In de Hollandse Statenvergadering kon Amsterdam rekenen op de steun van Enkhuizen, Edam, Purmerend, en later Dord recht en Schiedam. In de Staten-Generaal zat eveneens een groeiend aantal leden op dezelfde lijn. En zelfs de Engelse ko ning-theoloog Jacobus I liet duidelijk blijken dat zijn sympa thie de contraremonstranten gold. Toen er een opvolger voor Arminius benoemd moest worden, protesteerde hij heftig en met succes tegen de kandidatuur van de Duitse hoogleraar Conradus Vorstius. De scherpe resolutie In de zomer van 1617 kwamen de zaken op 'scherp' te staan door de gebeurtenissen in Den Haag. Er was sinds de winter druk overleg gepleegd over de contraremonstranten van de hofstad. Het draaide allemaal om de vraag of de publieke, ge reformeerde kerk mocht 'scheuren De Haagse contraremon stranten waren in 1616 hun geschorste predikant, Henricus Rosaeus, naar Rijswijk gevolgd. Inmiddels mochten ze ge- 65

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 67