stelden een kerkorde op. Voor de duur van de synode werden de bijeenkomsten van de remonstranten nog gedoogd. Na af loop werden hun predikanten echter voor de keuze gesteld: ze moesten de Dordtse leerregels ondertekenen, hun ambt neer leggen of vertrekken. Velen kozen voor de laatste mogelijk heid en gingen naar Waalwijk, daarna naar Antwerpen. Daar, in Antwerpen, ontstond de remonstrantse broederschap. Onder leiding van de predikanten Uyttenbogaert, Episcopius en Gre- vinckhoven nam zij de zorg op zich voor de remonstranten in de Republiek. In het geheim, want de plakkaten van Staten- Generaal en Staten van Holland stelden sinds de zomer van 1619 remonstrantse bijeenkomsten strafbaar. Tegen het eind van de jaren twintig kon de leiding van de broe derschap een kentering bespeuren. Het werd mogelijk vaste predikanten te beroepen, schuilkerken konden worden gekocht en ingericht. De gebeurtenissen van 1618 en 1619 verloren langzamerhand hun scherpe kanten. De 'goede' patriotten die toen het roer vast in handen hadden gekregen, trokken steeds meer aan het kortste eind. Haarlem, Leiden, Gouda, Hoorn en Enkhuizen drongen nog in 1629 en 1630 aan op vernieuwing van de plakkaten tegen de remonstranten, maar vonden niet veel gehoor meer bij de andere leden van de Staten van Hol land. Joost van den Vondel liet in Amsterdam zijn spotdichten over predikanten en vervolgzieke Leidse bestuurders horen. Reynier Pauw was hier al in 1622, met de burgemeestersver- kiezingen, aan de kant geschoven, al was de situatie daarmee nog niet helemaal beslist. Ook in andere steden veranderden de verhoudingen. Frederik Hendrik, die na het overlijden van Maurits in 1625 tot stadhouder was gekozen, had niet de ge woonte om harde Geusen, ofte Contra-Remonstranten tot be stuurders te benoemen9). Het mildere klimaat dat langzamerhand ontstond, moet echter niet alleen op het conto van deze stadhouder geschreven wor den. De gebeurtenissen van 1618 en 1619 dragen duidelijk het stempel van een klein groepje 'hardliners', die op den duur niet in staat bleken blijvend greep te houden op de politieke besluit vorming. Sowieso genoten ze niet de volledige steun van Mau rits. Dat bleek al snel na de wetsverzetting. In 1619 drong hij tot tweemaal toe aan op een gematigd optreden van de Zuid hollandse synode. Dat zou de remonstranten weer kunnen te rugbrengen in de publieke kerk 10). Toen in 1620 een groot on derzoek naar het functioneren van schouten en andere overheidsfunctionarissen plaatsvond - dit komt later nog ter sprake was hij ook weer gematigd van toon. Rigoreuze maat regelen zouden alleen maar onrust veroorzaken Voormali ge arminianen bleken op zijn welwillendheid te kunnen reke-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 72