zich uit voor tolerantie van de remonstranten en voor invoering van de kerkorde van 1591 17). Dit laatste probeerden ze ook, in overleg met Den Haag, in de eigen stad gedaan te krijgen. Dat werd te Haarlem de aanleiding en achtergrond van de be- standstwisten. Invoering van de kerkorde van 1591 betekende immers een breuk met de gang van zaken zoals die tot dusver tot tevredenheid van de kerk gevolgd was. De beroeping van predikanten en de verkiezing van ouderlingen en diakenen had altijd plaatsgevonden 'bij communicatie': in onderling over leg. De kerkeraad overlegde eerst met burgemeesters, kwam vervolgens met een voordracht waaruit dan de burgemeesters een keuze maakten. Bij invoering van de kerkorde van 1591 zouden de beroeping en verkiezing van deze kerkelijke ambts dragers in veel sterkere mate een politieke zaak worden. De kerkeraad moest deze aangelegenheid dan immers uit handen geven aan een zogeheten collegium qualificatum: een college waarin afgevaardigden van het stedelijk bestuur en de kerke raad zitting zouden hebben. Aanvankelijk stuitten de Haarlemse bestuurders op zo'n eens gezind verzet, dat invoering van de kerkorde van 1591 on doenlijk was. In 1612 kwam er, nadat al jaren de beroeping van twee nieuwe predikanten op de agenda had gestaan, toch weer 'bij communicatie' een compromis uit de bus. De burge meesters hadden twee kandidaten naar voren waren gescho ven, wier opleiding door de stad betaald was. De kerkeraad ging akkoord, mits deze stadsalumni bereid waren afstand te nemen van de door hen ondertekende Remonstrantie van 161 o. Als derde predikant werd de kandidaat van de kerkeraad beroepen, Isaac Junius. In 1613 probeerden burgemeesters nogmaals de kerkorde van 1591 in te voeren, nu bij de jaarlijk se kerkeraadsverkiezing. Opnieuw vingen ze bot. De kerke raad weigerde zijn medewerking en de burgemeesters besloten daarop om de zittende ouderlingen en diakenen dan maar voor een jaar in functie te laten. In 1614 en 1615 herhaalde zich dit en vond evenmin vervanging van de kerkeraad plaats. In 1615 kregen burgemeesters tenslotte de invoering van de kerkorde van 1591 gedaan. Er moesten wegens ziekte en een overlijdensgeval twee nieuwe predikanten beroepen worden. Daniël Souterius werd nog in juni 'bij communicatie' beroe pen. Burgemeesters stelden echter als voorwaarde dat de twee de predikant door een collegium qualificatum beroepen zou worden. Zij slaagden in deze opzet, toen bleek dat inderdaad vier predikanten bereid waren in zo'n college zitting te nemen: de zieke Willem de Haze en de drie predikanten die in 1611 beroepen waren. De zo beroepen Dionysius Spranckhuysen was op zich een verstandige keuze. Leerstellig viel er door

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 74