De intocht van prins Maurits in 1618. Gravure van H. Spilman uit 1753 naar een schilderij uit 1630 dat toegeschreven wordt aan Pieter Saenredam. (gemeentearchief Haarlem, topografisch-historische atlas) Het probleem deed zich van meet af aan voor. Oud-burge meester Vegter Jansz. en Cornelis Bas verschenen niet op 25 oktober en weigerden ook nadien het bestuurdersambt weer op te vatten. Vooral de weigering van Vegter Jansz. is een te leurstelling geweest. Herhaaldelijk spraken vroedschappen en andere he er en hem minne lyck aan om hem van mening te doen veranderen, maar zonder veel succes 41)- Twee burge meesters stierven in het ambtsjaar 1618-1619, Adriaen Adriaensz. van Berckenrode en zijn opvolger Dirck Dircksz. Dix. Van Berckenrode was zelfs nooit in functie getreden. Op 25 oktober had hij de vergadering ziek verlaten 42). Van ie mand als de oude Barthout van der Nieuburg, tenslotte, kon men niet al teveel verwachten. De man had al in 1615, met het oog op zijn leeftijd, de vroedschap verzocht om vrijstelling van de zwaardere bestuurlijke functies43). Een klein groepje nauwverzwagerde vroedschappen, onder wie veel brouwers, heeft na de wetsverzetting in Haarlem het heft in handen gekregen. Nicolaes Woutersz. van der Meer, Willem Claesz. Voogd, Arent Jansz. Druyvesteyn, Gerrit Wil- lemsz. van Teylingen, Reyer Willemsz. Buys, Jan Jansz. Teyts, Augustijn Jacobsz. Steyn en Jan Claesz. Loo bekleed- i 83

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 85