AMEN EN WAPENEN DER ED
ACHT
fN DE VROEDSCHAP DKR .STAD
ift <w/%/aar er Y'/r/tf cw
'Namen en wapenen der Edd.
Achtbaare Heeren Raaden in de
vroedschap der stad Haarlem
zedert den jaare 1618, in welk
jaar de regeering door den heer
Stadhouder is verandert'. Deel
van de door K. van Ingen
gegraveerde wapenkaart,
uitgegeven in de 18e eeuw door
B. Cleynhens te Haarlem,
(gemeentearchief Haarlem
topografisch-historische atlas)
den van de raadsheer Schoterbosch: Haarlem was nu niet meer
vertegenwoordigd in het Hof van Holland. De raadsheren van
het Hof luisterden naar de wensen van de Haarlemse gecom
mitteerden. Alleen voor Pieter Adriaensz. Verbeek werd een
uitzondering gemaakt. Het Hof koos in 1620 deze kandidaat
van Fabricius tot schepen in plaats van de door de Haarlemse
bestuurders aanbevolen Lucas Sebastiaensz.49).
Burgemeester Jan van Napels, een van degenen die door Fa
bricius bij Duyck was aanbevolen, bleek alleen te staan tijdens
de discussies over de benoeming van een nieuwe Haarlemse
schout. De Staten van Holland startten in januari 1620 een
groot onderzoek naar schouten, secretarissen en andere 'offi
cieren' - overheidsfunctionarissen - op het platteland en in de
steden. Er vonden her en der nog altijd remonstrantse bijeen
komsten plaats, ook al hadden de Staten van Holland deze al in
de zomer van 1619 verboden. Overheidsfunctionarissen ble
ken er zelfs niet tegen op te treden of woonden ze als overtuigd
remonstrant bij. Veel bestuurders moet dat de nodige angst be
zorgd hebben. Zo bleef er 'factie' in de staat bestaan, en wie
verzekerde hun dat de afgezette regenten hier niet achter za
ten?
Het onderzoek naar de 'officieren' werd opgedragen aan een
aantal gecommitteerden, onder wie ook de Haarlemse pensio
naris Gilles de Glarges. Nadat zij in juli 1620 hun bevindingen
in lijvige rapporten gepresenteerd hadden, kon de vergadering
het niet eens worden over de stappen die verder genomen
86