lemse privileges. Pensionaris Gilles de Glarges tikte hem di rect op de vingers. Zo luidde de lastgeving van de Haarlemse vroedschap niet! Het kostte Van Napels mogelijk zijn verdere carrière, want nadien kwam hij niet meer in belangrijke amb ten terug53). Maurits koos Cornelis van Teylingen tot schout, de broer van oud-burgemeester Gerrit van Teylingen54). De Haarlemse be stuurders kregen nu een schout op wie ze konden rekenen. De man verstoorde, overeenkomstig de plakkaten van de Staten- Generaal en Staten van Holland, enkele malen de bijeenkom sten van remonstranten. Zo deed hij in januari 1623 een mooie vangst met Eduardus Poppius en Carolus Niëllius, twee bin- nendirecteuren van de remonstrantse broederschap. Toch is het opvallend dat Van Teylingen niet de slechte naam heeft gekregen van een Willem de Bont of Anthony Cloots. Dezen hadden evenals hij hun benoeming tot respectievelijk schout van Leiden en baljuw van Gouda te danken aan het genoemde grote onderzoek naar de 'officieren'. De Bont en Cloots gol den als vervolgzieke geldwolven, voor Cloots kwam daar bo vendien nog bij dat hij van buiten kwam, uit Dordrecht. Vanaf het eind van de jaren dertig ontstond tenslotte ook in Haarlem een milder klimaat voor de remonstranten. De be roemde Passchier de Fijne kon zich er als vaste predikant vesti gen en kreeg de beschikking over een eigen schuilkerk. Wel was de remonstrantse gemeente van Haarlem klein. Ze genoot, net zoals elders, de steun van aanzienlijken, die echter niet al tijd de stap durfden te zetten zich bij haar aan te sluiten 55). De vroegere pensionaris Johan de Haen kon van dit mildere kli maat niet meer profiteren. Deze zoon van ballingen om den gelove, die naar vermogen hadden bijgedragen aan de op stand 56), was diep gekwetst geweest over de gebeurtenissen van 1618 en 1619. de droevege ende schadelicke verande- ringe van den voorgaenden loffelicken staet en regeringe in ons lieve vaderlandt had de onschuldige onnooselheit ver drukt, de voornaemste, outste ende getroutste patrioten ende waere en de oprechte voorstanders van dien. Hun waren louter leugens ten laste gelegd, alleen omdat Maurits met voorbij gaan van alle privileges de absolute soevereiniteit had willen bemachtigen57). De Haen was direct na de wetsverzetting door een bitse Fabri- cius naar huis gestuurd. In december volgde de aanzegging van zijn ontslag, toen hij in een rekest kenbaar had gemaakt dat hij weer aan het werk wilde 58). Kort daarna was hij naar Ant werpen gevlucht. Machtige beschermheren zouden hem ge waarschuwd hebben dat de fiscalen ook hem aan de tand wil den voelen 59). Vervolgens ging hij naar Holstein. Daar werd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1991 | | pagina 92