onderwerp van laster werden, waren oud-burgemeester Gerrit
van der Laen (Cronenburgh) en de oud-schepen en diaken Cor
nells Ysbrandsz. Moutmaker (De Block). Matthias Damius was
de auteur van een aantal venijnige pamfletten.
22. Justificatie van de procedueren, p. 13.
23. Den Tex, Oldenbarnevelt111 pp. 461-462. De geciteerde zinsne
de komt uit een brief van De Haen aan burgemeesters van Haar
lem van 23 juli 1617. De Haen meldt hierin Maurits' bezoek aan
de Kloosterkerk: gah, sa, restant Enschede doos 72. Met dank
aan Florence Koom, die mij op deze brief attendeerde.
24. Voor Hoorn: Aantekeningen bijgehouden door de gedeputeer
den van Medemblik... 17-1-1618 en 20-1-1618, Archiefdienst
Westfriese Gemeenten, Oud-archief Medemblik, voorlopig
inv.nr. 32. Voor Gouda: Resoluties vroedschap, Streekarchief
dienst Midden-Holland, Oud-archief Gouda, inv.nr. 47, passim.
25. Burgemeesters en regeerders van Medemblik aan het merendeel
van de steden van Holland en West-Friesland 6-11-1617, ARA,
Archief gedeputeerden van Haarlem ter dagvaart van de Staten
van Holland, inv.nr. 1089.
26. Den Tex, Oldenbarneveltill pp. 582-583.
27. Zie hiervoor de vroedschapsresoluties, gah, sa, kast 3/4 nr. 10,
passim. Voor overleg over de Haarlemse kerkelijke zaken raad
pleegden de burgemeesters ook hun oud-collega's: Memoriael
van Johan de Haen, gah, sa, loketkast 7.11.2. Spaans, Haarlem,
p. 211-223, gaat hier op in, maar benadrukt te weinig dat deze
gang van zaken eigenlijk een vanzelfsprekende was en schenkt
geen aandacht aan de vraag wat er in de jaren na 1615 met deze,
in haar woorden, 'caucus' gebeurde. Bleef dit groepje bestuur
ders de stedelijke politiek domineren, viel de 'caucus' uiteen,
wie waren de door haar genoemde gematigden?
28. Den Haerlemschen Harminiaen, p. 28-29.
29. Copye, van den lasterlijcken brief van Verlaenin den Haerlem
schen Harminiaen ghementioneert, (z.pl., 1618; Knuttel
2558). Van Deursen, Bavianen, pp. 171, 224-225, 316. Spaans,
Haarlem, pp. 192-193. Gerrit van der Laen aan de gedeputeer
den in Den Haag 14-7-1612, gah, sa, inv.nr. 462 (rood), ingeko
men stuk nr. 12. Zie ook Johan de Haen aan de regeerders van
Haarlem 11-7-1612, ibidem, nr. 11. Burgemeesters zouden z.i.
ouderling moeten zijn en de armenzorg zou geheel toevertrouwd
moeten worden aan van magistraatswege benoemde aalmoeze
niers.
30. Den Haerlemschen Harminiaen, p. 17: ...dat heeft het mannetjen
met de groene pluym [Duyck, De Glarges?] gedaen door aan-
seggen van Block.
31. Den Tex, Oldenbarnevelt, 111 pp. 446, 488.
32. De auteur van Den Haerlemschen Harminiaen, pp. 28-29, WÜ'
dit uitdrukkelijk aan Meynartszoons politieke tegenstanders in
de vroedschap.
33. Nominaties en electies van burgemeesters en schepenen van
Haarlem, ara, Archief Hof van Holland, inv.nr. 3624. Hierin be-