de lidmaatschapsomschrijving voor de Schonenvaarders uit 1564- In de vijftiende eeuw nam de handel in Schonenharing een grote vlucht; er waren jaren waarin ca. 300.000 vaten haring verscheept werden, waarvan gemiddeld zo'n 70.000 alleen al naar Lübeck. Paul-Erik Hansen citeert de berekeningen van de Zweed Curt Weibull, als hij schrijft dat in 1400 op de handels route Lübeck-Schonen ca. 400 grote en kleine schepen ('na ves' en 'schutae') voeren; op het traject Danzig-Schonen wa ren dat er ca. 150. Het is logisch, dat in het kielzog van - en vaak ook met - de haringhandelaren ook handelaren in andere waren de weg naar de Skaanemarked wisten te vinden. Diverse bronnen wijzen op een flinke omzet in kostbare stoffen en daaruit vervaardigde kleding. Verder vindt men linnen en wol genoemd, alsmede onder meer zeep, kaarsen, kruiden en specerijen, rijst, olijfolie, noten, wijn, honing en hop. Het Haarlemse aandeel in deze handel laat zich vooralsnog raden. Een in dit verband evenzeer belangwekkende vraag is wat het effect was van het feit, dat Haarlem in 1428 zou zijn toegetreden tot het Hanzeverbond. Van Oosten de Bruyn, in zijn 'De stad Haarlem en haare ge schiedenissen' (Haarlem, 1765) maakt hiervan gewag en hij weet tevens te melden, dat Haarlem twee gemachtigden zond naar de besprekingen in Kopenhagen, die in 1441 een eind moesten maken aan de schermutselingen tussen de Denen, de Hollanders en de Hanze. Het einde van de bloeiperiode van de Schonenmarkt begon zich eind vijftiende eeuw af te tekenen. De haringvisserij ver toonde een catastrofale neergang en het scheepvaartverkeer tussen de Noord- en Oostzeehavens verliep steeds meer direct. De Hollandse haringvisserij in de Noordzee beleefde een grote opgang en de Schonen-haring werd geleidelijk van zijn afzet markten verdrongen. De politieke verwikkelingen rond de Oostzee en de oorlogen, die Lübeck samen met zijn Wendi- sche bondgenoten tegen de concurrenten (waaronder voorna melijk de Hollanders) voerde, waren al evenmin bevorderlijk voor een bloeiende handel. Toen ten slotte in 1533 de hegemo nie van Lübeck gebroken werd, was daarmee tevens het einde van de Schonenmarkt en dus ook de Schonenvaart bereikt. De haring Vis, en vooral haring, was in de middeleeuwen een belangrijk voedingsmiddel, ook buiten de vastentijd. De haringvangst in de Noordzee maakte in de veertiende eeuw een sterke groei door. Het vissen gebeurde niet - zoals bij Schonen - vlak on der de wal, maar de schepen moesten verder de zee op. De gevangen haring werd met zout bestrooid en deze zogenaamde 14

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 14