liteit, lag het vanuit Dumonts planmatige optiek voor de hand
om de polder ten oosten van het Noorder Buiten Spaarne te
bestemmen tot een industriegebied, ontsloten door twee nieu
we bruggen. Na de grenswijziging van 1927 zou hier inder
daad voorlopig nog op kleine schaal - een industrieterrein
verrijzen. Dumonts ontwerpen stonden bol van grensover
schrijdende activiteiten op het gebied van de ruimtelijke orde
ning. De Architectuurgids voor Haarlem spreekt in dit ver
band zelfs van stedebouwkundig 'overspel' 44). Dit vormde
echter tevens een complicerende factor bij de uitwerking van
Dumonts plannen.
De bouwactiviteiten dienden conform zijn ontwerpen immers
juist over die gemeentegrens, en dus buiten de rechtskracht
van zijn gemeenteverordeningen, plaats te vinden45). Dumont
zelf stelde zich vooral pragmatisch op en wees zijn gemeente
bestuur er op dat de buurgemeenten tenminste betrokken
moesten worden bij de plannen, zodat het eigenlijke doel, na
melijk het realiseren van bouwactiviteiten in die randgebie
den, tot stand kon komen46). Het leek er op dat annexatie een
must was om Dumonts bouwbeleid kans van slagen te doen
geven. Het al lang bestaande vraagstuk van de annexatie
kwam dan ook in een hernieuwde belangstelling te staan. In
1921 benoemde het Haarlems college van b w een raads
commissie van advies inzake de grenswijziging47).
De annexatiepolitiek zou de gemoederen in Haarlem nog ja
ren bezig houden. Overtuigd van de noodzaak daartoe wenste
het Haarlems gemeentebestuur het overleg inzake annexatie
van de grensgebieden zo snel mogelijk te openen, doch de
(nog) conservatieve(re) buurgemeenten Heemstede en Bloe-
mendaal waren nauwelijks bereid tot medewerking en wisten
de realisering van de verruiming van Haarlems grenzen tot
1927 uit te stellen4?).
Bij de annexatie van 1927 kwamen het grootste gedeelte van
de opgeheven gemeente Schoten, het westelijk deel van de
eveneens opgeheven gemeente Spaarndam, alsmede gedeel
ten van Bloemendaal, Heemstede en Haarlemmerliede/
Spaarnwoude bij Haarlem 49). Hierdoor werd het stedelijk
grondgebied aanzienlijk vergroot. Met name in het 'nieuwe
Haarlem-Noord' (het voormalige Schoten) kon daardoor op
grote schaal woningbouw gepleegd worden. Dumont paste
zijn uitbreidingsplannen voor dit gebied aan, daarbij rekening
houdend met het reeds bestaande Schotense uitbreidingsplan
van 1912. Om één grote bouwmassa te voorkomen ontwierp
Dumont twee oost-west lopende groenstroken tussen de be
bouwde omgevingen in, en wel bij de Algemene Begraaf
plaats aan de Schoterweg en de Stadskwekerij aan de Klever-