62. Zie bijv. Verslagen van den Gemeenteraad te Haarlem 1918, 4 dec., no. 20, pp. 995-1001. 63. Verslagen van het Verhandelde in de zittingen van den Raad der Gemeente Haarlem 1916,4 okt., no. 3b, lid 6, p. 524. 64. Verslagen van den Gemeenteraad te Haarlem 1919, 17 sept., no. 34. pp. 840-845. 65. Voor de benoeming van A. Nagtzaam tot lid van de Gezond heidscommissie, zie: Verslagen van den Gemeenteraad te Haar lem 1915, 7 sept., no. 14, pp. 491-492; en ibidem 1919, 28 mei, no. 13, p. 417. Bij Koninklijk besluit van 14 juli 1902, no. 43, was bepaald dat van gemeentewege volgens de daarover vast gestelde plaatselijke verordeningen ingestelde Gezondheids commissie voor het toezicht op de volksgezondheid in zijn ge hele omvang voor de tijd van twee jaar, ingaande 1 augustus 1902, in de plaats zou treden van een volgens de Gezondheids wet in te stellen Gezondheidscommissie. Deze termijn werd herhaalde malen bij kb verlengd. Bij kb van 30 juli 1915 bij voorbeeld met tien jaren. Voor instelling van de Gezondheids commissie in Haarlem, zie: Verslagen van het Verhandelde in de zittingen van den Raad der Gemeente Haarlem 1902, 12 febr., no. 5, p. 74. Voor de Verordening regelende de sa menstelling en den werkkring der gezondheidscommissie, zie ibidem, 14 mei, no. 13, p. 307 e.v., alsmede het Verslag van den toestand der Gemeente Haarlem door b en wuitgebracht aan den Gemeenteraad in het jaar 1902, bijlage ff, pp. 18-19. En voor een Huishoudelijk Reglement, zie ibidem 1902, bijlage ff, pp. 20-23. Voor 1902 was er in Haarlem overigens geen af zonderlijke Gezondheiscommissie aanwezig geweest. Aan de geneeskundige armencommissie was evenwel krachtens de bij het besluit van 20 februari 1889, no. 9, vastgestelde verorde ning opgedragen, t.a.v. de openbare gezondheid zodanige voor stellen te doen, als zij zou vermenen te behoren. 66. Voor het besluit tot benoeming van A. Nagtzaam tot lid van de Commissie van bijstand in het beheer der Openbare Werken, zie: Verslagen van den Gemeenteraad te Haarlem 1917, 31 jan., no. 17, p. 88. En voor de Commissie van bijstand in het beheer der gemeentebedrijven, zie ibidem 1916, 13 sept., no. 23d, p. 521. 67. Verslagen van het Verhandelde in de vergaderingen van den Raad der gemeente Haarlem 1922, 22 mrt., no. 2a, p. 146. 68. Nagtzaamplein, Raadsbesluit van 30 april 1924, nr. 11; 10 dec. 1924, nr. 22 (voorheen: Nagtzaamstraat). Nagtzaamstraat, Raadsbesluit van 9 augustus 1922, nr. 16 (voorheen: Ooster straat); april 1924, nr. 11; 10 december 1924, nr. 22 (deels ver anderd in Nagtzaamplein). Zie G.H. Kurtz, De straat waarin wij in Haarlem wonen, (Haarlem, 1965), p. 130. Voor besluit inzake plaatsing en aanvaarding van een gedenkteken (bank) voor A. Nagtzaam, zie Verslagen van het Verhandelde in de vergaderingen van den Raad der gemeente Haarlem 1923, 11 juli, no. 23, p. 463. Goedk. Ged. Staten, zie ibidem, 16 aug.,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 186