oorspronkelijke activiteiten van het Schonenvaardersgilde in
de vijftiende en zestiende eeuw heeft het nog maar weinig te
maken. Nergens blijkt dat toen of later vanuit Haarlem actief is
deelgenomen aan het vangen van haring, niet bij Schonen en
ook niet in de Noordzee. Het belang van de Schonenvaart
school in de handel in en het transport van de Schonenharing,
naar alle waarschijnlijkheid gecombineerd met de aanvoer en
verkoop van zout, vaten en schepen. De intrigerende vraag
blijft hoe het model er dan wél uitgezien zou moeten hebben
opdat het de schepen weergaf waarmee de Haarlemmers in de
vijftiende eeuw naar Schonen en Lübeck voeren.
De veronderstelling lijkt mij niet te gewaagd, dat het klinker-
gebouwde schepen waren met één mast, die gelijkenis ver
toonden met de in 1962 bij Bremen opgegraven kogge; waar
schijnlijk wat kleiner en met een bemanning van ca. 15 man.
Ook een model hiervan zou een sieraad zijn voor Haarlems
maritiem verleden!
Literatuur J. van Beylen. Schepen van de Nederlanden. Amsterdam,
1970.
N.H. van den Bosch-Nord Thomsom. 'Het Haarlems Scho
nenvaardersgilde; Vanhandelsgilde tot gezelligheidsgilde'.
In: 'Haerlem'-Jaarboek 1967, pp. 37-57-
Paul-Erik Hansen. 'Skaanemarkedet'. In: Aarbog 1945 van
Handels-og Spfartsmuseet paa Kronborg.
Werner Jaeger. Das Peller-Modell von 1603. Bielefeld, Ber
lijn, 1973.
J.M.G. van der Poel. Scheepsmodellen in Nederlandse kerken.
's-Gravenhage, 1987.
J.J.Temminck. Haarlem vroeger en nu, Bussum, 1971.
19