plank over het trapgat gelegd en in een paar dagen tijd de
grijze wand ernaast met verfrestjes uit de schilderswerkplaats
van vader Prenen omgetoverd tot een meer dan levensgrote
heilige Augustinus, compleet met bisschopsmijter en bran
dend hart in de hand. Toen pater Vlaar O.E.S.A. een paar
maanden later hijgend de trap was opgestommeld stond hij
tot zijn verrassing oog in oog met zijn ordestichter en had
Harry (pro Deo uiteraard) de opdracht om de toneeluitvoering
van 'De Bond van Oostenrijkse Dienstmeisjes' op te luisteren
met een toneeldecor, het landschap van het Heilig Land met
enerzijds de stal van Bethlehem en anderzijds een uitzicht op
de stad Jeruzalem. Omdat onze zolder niet gesneden was op
de maten van het toneel van de Jansschouwburg moest Harry
een enorme rol karton in drieën knippen, een streepje zetten
bij de horizon en successievelijk de drie delen apart uitsprei
den en beschilderen; het werd één vloeiend landschap, zo
maar uit het losse handje.
Wat hij te weten kwam, daar op die zolder, was voor een
klein deel de basiskennis van school, maar een veelvoud was
eigen leesdrift en coaching door enkele bijzondere figuren,
die wel wat zagen in die kleine jongen in korte broek met een
paar fel schitterende zwarte ogen. Daar had je de heer Tierie,
bibliothecaris van het voormalige Kunstnijverheidsmuseum,
die hem chocolademelk en kunstboeken bij de vleet ter be
schikking stelde. Een vooral de heer De Bois, kunsthandelaar
op de Kruisweg. Van hèm kreeg hij iedere week een prent oi
een boekje ter bestudering met achteraf in een privé-college
een schitterende achtergrondmuziek door een kunsthandelaar
en bibliofiel die 'in the heart of the matter' wist door te drin-
En Harry leerde - in wisselwerking - veel van zijn vrienden,
Mari Andriessen, Jan Mul, Godfried Bomans. Jan Mul was
organist en koordirigent van déze kerk. Ieder jaar diepte hij,
God weet waar vandaan, een nieuwe melodie op voor een
kerstlied. Harry kreeg dan een paar dagen de tijd om daarop
een tekst te dichten, want het koor moest het nog instuderen
voor de Nachtmis. Die traditie leverde o.a. op 'Midden in de
winternacht ging de hemel open dat tot het Nederlandse re
pertoire is gaan behoren.
Om het hoofd boven water te houden had hij een fulltime
baan als geschiedenisleraar aan het Mendelcollege. Maar als
ieder ander de deur van zijn baas achter zich dicht trok en zijn
welverdiende plekje bij de haard opzocht, begon voor Harry
zijn tweede leven. Dan was hij kunstredacteur bij de Volks
krant, De Nieuwe Eeuw, De Linie, Elsevier, De Haagse Post.
Dan was hij tekenaar en illustrator. Dan was hij dichter en ge-
gen' n
235