denk daar niet graag aan terug. Ik heb het op mijn manier
verwerkt. Ik heb er later met mijn vrouw nooit over gespro
ken. WeI oppervlakkigmaar niet diep. Het was niet leuk. Ik
hou niet van slechte herinneringen.
De volgende klap kwam op 21 augustus 1968. Na de hoop
die de Praagse Lente ook in het hart van Stanëk had gebracht,
kwam de Russische inval hard aan. Stanëk ontdekte dat hij op
de zwarte lijst stond en vluchtte. Twintig jaar lang kwam hij
niet in zijn vaderland, maar hij bleef wel politiek actief door
in allerlei bladen te schrijven voor gevluchte landgenoten
over de hele wereld. In 1979 werd hem het Tsjechoslowaakse
staatsburgerschap ontnomen.
Hij bouwde een nieuw leven op in Nederland. Van 1975 tot
1987 werkte hij bij de gemeente Haarlem. Hij dirigeerde een
aantal Haarlemse orkesten en was de initiatiefnemer van de
Weense Avonden in het Concertgebouw.
De eerste keer dat hij weer voet op Tsjechoslowaakse bodem
zette, was in mei 1989 toen hij met het accordeonorkest hkac
een toemee door Tsjechoslowakije organiseerde. Weinig kon
hij toen bevroeden dat hij anderhalf jaar later als burgemees
ter naar zijn vaderland terug zou keren.
Begin 1990 kreeg hij - met excuses - weer een Tsjechisch
paspoort. In de zomer bracht hij vijf weken door in zijn ge
boorteland. In oktober van dat jaar werd hij door inwoners
van Svètla gevraagd zich kandidaat te stellen voor het burge
meesterschap, voor een coalitie van onder meer de partij Bur
gerforum. Hij wist dat hij het niet gemakkelijk zou krijgen. In
een interview in Haarlems Dagblad zei de 68-jarige kandi
daat-burgemeester: Ik zal me moeten aanpassen, maar dat
kan ik. Het wordt geen wandeling door een rozentuin, maar
het is na alles wat ik daar heb meegemaakt, en dat is heel
veel, wel een enorme satisfactie. Het is een plicht aan het va
derland.
Met de nuchterheid van een Nederlander ging hij aan het
werk: Het is een enorme uitdaging. Ik heb een 1000-dagen-
plan in mijn hoofd, waarbij we in drie jaar stap voor stap een
heleboel kunnen doen. Geen luchtkastelen bouwen, maar heel
praktisch aan het werk gaan.
Zijn burgemeestersloopbaan werd in de kiem gesmoord.
Toch lukte het hem de aanzet te geven tot veranderingen in
zijn gemeente. Hij zorgde voor materiële hulp uit Nederland.
Heel belangrijk voor hem was ook dat er een mentaliteitsver
andering op gang kwam - het deed hem pijn om te zien hoe
zijn landgenoten murw en lui waren gemaakt door het com
munistisch regime. Waar hij zich in het openbaar niet afla
tend positief, optimistisch en strijdbaar toonde, gaf hij in klei-