ne kring nu en dan uiting aan zij woede. Hij kon zich kwaad
maken om de opgelegde domheid die in zijn land hoogtij
vierde na veertig jaar communisme. Dan was hij soms cy
nisch. Hij vertelde eens over de directeur van een school in
Svètla: Die wilde goed communistisch directeur zijndus die
deed helemaal niks.
Stanëk werd eind 1991 onderscheiden tot Ridder in de orde
van Oranje-Nassau, wegens zijn uitzonderlijke levensloop en
verdiensten. In die tijd werd ook het vriendschapsverdrag tus
sen de gemeente Haarlem en Svètla bezegeld, een band waar
Josef Stanëk de basis voor legde. Burgemeester Schmitz ver
woordde bij zijn crematie het verdriet van vele Haarlemmers:
Wij zijn verdrietig, niet alleen om wat Josef Stanëk heeft bete
kend, maar vooral ook om wat hij nog wilde betekenen en
wat hij nog van zijn leven wilde maken. Josef laat ons achter
met een opdracht. Wij moeten er voor zorgen dat zijn werk
niet voor niets is geweest. Wij moeten de fakkel overnemen.
Jan Daniel Voskuil Op 10 oktober 1992 overleed in 's-Gravenhage Jan D. Vos-
21 december 1899- kuil in de leeftijd van bijna 93 jaar. Hij heeft het grootste deel
10 oktober 1992 van zijn leven, meer dan een halve eeuw, in Haarlem ge
woond en gewerkt en nam daarbij een belangrijke plaats op
cultureel gebied in, met name op het terrein van de beeldende
kunsten.
Jan D. Voskuil werd in Amsterdam geboren - zijn vader had
daar een kunsthandel - in 1909 verhuisde het gezin naar
Haarlem. Na de lagere school bezocht hij enige jaren de des
tijds vermaarde Kunstnijverheidsschool. Hier boeiden hem in
het bijzonder de lessen in kunstgeschiedenis; naast de school
volgde hij privaatlessen in talen en literatuurgeschiedenis.
Vriendschappen in die tijd ontstaan - onder anderen met Pie-
ter van Gelder, Otto van Tussenbroek, Herman Kruyder,
Theo van Doesburg en de beeldhouwer Theo van Reyn - zijn
van grote invloed geweest op leven en loopbaan. De litera
tuur van de Tachtigers, in het bijzonder het proza van Lode-
wijk van Deyssel, maakte veel indruk op hem en wel zodanig
dat hem aanvankelijk een loopbaan als schrijver voor ogen
stond. Contact met de romancier Arthur van Schendel, tot
stand gekomen door toedoen van Jan Toorop, werkte in dit
opzicht ook inspirerend.
Na zijn literair debuut met een beschrijving in het maandblad
'De Vrouw en haar Huis' (een orgaan dat hij lang trouw is
gebleven), werd hij in 1921 benoemd aan de 'Oprechte Haar-
RENEE DE BORST
241