Dat was wat! Mevrouw, u sloeg in als een bom, zeiden verte
genwoordigers van de plaatselijke pers die de nieuwbenoem
de burgemeester in haar Haarlemse flat kwamen interviewen.
Men wende echter gauw aan elkaar, ook aan het toen merk
waardige feit dat de functies van burgemeester en van vrouw
van de burgemeester door één persoon uitgeoefend werden.
Menige heer die dat nooit gedacht had vond het na korte tijd
normaal, leiding van een vrouw te ontvangen. Ook het beeld
van de burgemeester die boodschappen doet werd spoedig
gewoon.
Zij zette zich als burgemeester op veel terreinen in: een so
ciaal medisch centrum, de economische centrumfunctie van
Geldermalsen in de West-Betuwe, een bereikbaarder spoor
station en het natuurbehoud aan de oevers van de Linge, bij
voorbeeld. Op sociaal terrein was zij daarnaast zeer betrok
ken bij de invoering van de Algemene Bijstandswet, waarin
een recht een gunst verving, en bij het beleid inzake woonwa
genbewoners. Zij was een van de weinige Betuwse burge
meesters die gewoon een woonwagenkamp opwandelde en
met de mensen ging praten.
Tijdens (en ook na) haar burgemeesterschap vervulde zij vele
landelijke functies. Zij was onder meer lid van de Generale
Diakonale Raad van de Nederlands-Hervormde Kerk, van de
Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn, van het partij
bestuur van de PvdA en van de Gehandicaptenraad.
In 1978 kwam er een gemeentelijke herindeling in de West-
Betuwe tot stand. De emoties die zo'n proces altijd oproept
('wij willen onszelf zijn en blijven') leidden bij Mieke van
der Wall tot het door anderen bestreden inzicht dat het beter
was, plaats te maken voor een nieuwe burgemeester van de
nieuwe gemeente Geldermalsen.
Een nieuwe levensvervulling vond zij in het 'burgemeester
schap' van de woongemeenschap voor gehandicapten het
Dorp' in Arnhem. Zij ging wonen in Zoelen bij Tiel. De
emancipatie van gehandicapten heeft altijd haar bijzonder be
langstelling gehouden. Haar huwelijk met een maatschappe
lijk actieve gehandicapte moet daar iets mee te maken hebben
gehad. Dit uitte zich in activiteiten op bestuurlijk terrein,
waarvan naast het bovenstaande haar leidende rol in de fusie
van de Arnhemse revalidatie-inrichtingen in de tweede helft
van de jaren '80 genoemd moeten worden. Maar ook het da
gelijks leven: zij kon bijna geen openbaar gebouw betreden
zonder kritisch te kijken naar de toegankelijkheid ervan voor
rolstoelers.
Daarnaast zette zij zich de laatste tien jaar van haar leven in
voor de materiële en immateriële belangen van de deelnemers
245