sijns vaders heeft gegaan, sijn gantsche leven door, die konden zingen, Refereynen, en Rondeelen bij quarten Halleven, driequarten, en bij Heelen,1161 kreeftdigten ,37) kettingdigtI38), slinx regts, dat scheeld er niet 220 sonnetten Epigramm klinckdigten '39), liet op liet, 't gedenckt me hoe braaf dat hij sijn paart ,4°) regeerde en kon het springen doen dat sijn oogen verkeerde, daar sie ick er noch twe, die heb ick lang gekent wie doch? Vincent Laurens '4I), en d' andre Frans van Gent,42) 225 en daar sit Maarten Borst, en d' andre is Jan Joosten de laaste komt van "t west; en d' eerste uyt het oosten,43), is dat Jan Thomasz niet, die ouwe lere kloek? I44) me docgt ick kon hem noch aan sijn gelapte rock 145) hoor hoor, wie raast daar soo, 't sal Vander Lee 146) wis wesen, 230 wat monster komt daar ingeslingert sonder vreze soo mislijck van gestalt, geneust, en lang gekint, dat is den vendrig ,47), die het Wit Angier bemint met Flip Corneliszoon I48), die meesterlijck kan singen, maar zie, die ouden man, die kan sijn reden dwingen 235 tot een hoedanigheyt, en houd altijt een Coers een van d' uytsteeckenste, hoe heet hij? David Sjoers ,49) die met hoedanigheyt I5°) een zaack kan redeneren bequaam, om voor een vorst, of prince te Ageren, hij maackt sijn redenen, met stereke banden vast 240 niet een zilb I51) te veel, maar net, en welgepast, kortom, gelijck ick zeg, het is een man, vol reden en let bijsonder scherp, op de hoedanigheden, nu die daar ginder veer geheel aan t Eynde sit ist Jan de backer niet, en d' andre Louw de smitI52)? 245 die komen daar maar om t geselschap te vermeren 't sijn konstbeminnaars, en noch jong, sij konnen leeren, dat is de Redenmaagt ten hoogsten aangenaam door sien en Hooren, wort den mensch alzins bequaam en kunnen mettertijt haar Croon oock helpen eieren, 250 zoo fockt men geesten aan tot allerley manieren. O musa sta me bij; dat ick dees Edle maagt haar naam doorlugtig maak, tot daar de zon opdaagt dat Haren lauwerier noyt quyne, of verslense en dat ze wert geeert. door alle slag van menschen 255 die stadig Pallas raat navolgen, en de nijt uyttarten derven, wen ze haar konsten, haar te spijt de gantse werelt door op yders tong doen leven, niet als Arachne 153) dee, die Pallas derv weerstreven maar als Mercury I54) doet, zinrijck, en welbespraakt 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 29