E beyde van dato den 4 en 21 december anno passado, dit
verweckte mij stoffe om u E en huysvrouw met u overwinst
geluck te wenschen, sal u E daarop distincktelijck antwoor
den. vale.
1. In het 6e Boek van Vergilius' Aeneïs leidt de Sibylla van Cu-
mae de held Aeneas de onderwereld binnen, nadat hij haar
had verzocht om zijn gestorven vader van aangezicht tot aan
gezicht te mogen aanschouwen. Onder haar begeleiding zal
Aeneas de schim van zijn vader ontmoeten.
2. Op grond van deze summiere gegevens is niet meer na te
gaan waar het geboortehuis van de dichter precies stond.
3. Bedoeld is de noordelijke grens van Haarlem, dus langs het
stukje stadsmuur tussen Kruispoort en de Pincktoren.
4. In deze stadspoort werd, als er jaarmarkt in Haarlem was, een
kruis opgericht ten teken dat de ballingen dan vrij Haarlem
binnen mochten komen. Vandaar de naam Kruispoort (Kurtz
1965, p. 112). De poort werd rond 1680 afgebroken in ver
band met de Nieuwe Uitleg van Haarlem. Dat in de zeven
tiende eeuw de naam 'Kruispoort' door Sparrepoort was
vervangen, is een nieuw gegeven. In elk geval hebben we
deze benaming elders niet aangetroffen.
5. 't Zieken is de oude benaming voor Kennemerstraat (het ver
lengde van de Kruisweg in noordelijke richting) en is zo ge
noemd naar het Leprooshuis (gesticht in 1393). Dit laatste lag
aan de tegenwoordige Schotersingel nr. 2: hierin is nu het Cri
siscentrum Haarlem gevestigd. Ampzing (1974, P- 409)
spreekt van S. Jakobs Kapelle ofte Leprosen-Huys te Sieken
buyten Haerlem.
6. In het oude Leprooshuis werd in de zestiende eeuw ook het
Dolhuis gevestigd. Vanaf 1653 was tevens het Pesthuis daar
ondergebracht. Daartoe werd het Pesthuis, dat in het voorma
lige Maria Magdalenaklooster was gevestigd, overgebracht
naar het Leprooshuis (Kurtz 1949, p. 60-61
7. Aan het Spaarne ten noorden van het z.g. Vrouwenhek stond
een aantal windmolens (op de kaart van Wils/Blaeu uit 1646
zien we aan de westzijde van het Spaarne vijf molens en aan
de overkant nog eens vijl). Dit deel van de Spaame-oever
kwam in de jaren tachtig door de Nieuwe Uitleg binnen de
stadswallen te liggen. Vóór die tijd laggen hier kennelijk tuin
tjes met hutten van plancken 't saamgeflanst.
8. zanggodes: muze.
9. de Harszenschilderijen: de fantasieën.
10. dit heen: daarheen.
11. Deze toren, in 1868 afgebroken, stond op de hoek van de te
genwoordige Papentorenvest en Oostvest en maakte deel uit
van de oude stadsmuur.
12. een schip Zoo genaamt (aantekening in het handschrift).
13. De Spaarnwouder poort, thans ook Amsterdamse Poort ge-
31