37
klink van de huisdeur - volgens het gebruik - omwikkeld met
wit linnen (WNT Dl. 2 - 2, kol. 2426).
101. Kennelijk zo genoemd ter onderscheiding van Laurens' va
der: 'oude Jan' van Elstland.
102. Geen tweeling, maar een flinke zoon die Jan heet zoals zijn
vader en overgrootvader. Neef Jan wordt een paar regels ver
derop nog een Janneke (een dochter) toegewenst.
103. Jan van Elsland was getrouwd met Isabella van Oudenburgh.
104. dit heene: daarheen.
105. Naam van een brouwerij aan de Raamgracht (b.v. gah, rech
terlijk archief inv. 76-83 fol. 91, transportakte van 10-9-
1678).
106. Het verlengde van de Raamgracht. Sinds 1861, de Gedempte
Voldersgracht geheten.
107. god Pan speelt hier noyt in riet: het is er zo sterk vervuild dat
de veldgod Pan de plaats ontvlucht is.
108. velleploten: dierenhuiden ontdoen van haren of van wol, een
smerig werkje, want de huiden stonken vreselijk. De huiden
werden aan de vleeszijde met uitwerpselen bestreken, opdat
de haren sneller zouden loslaten.
109. Niet in WNT, vermoedelijk iemand die er zijn werk van had
gemaakt om lekkages van riolen op te sporen en desgewenst
te verhelpen.
110. kruynen: (in het algemeen) overdekte afvoerkanalen; hier: rio
len voor de afvoer van uitwerpselen. Kennelijk maakt de
strontverlclicker die riolen.
in. putter: putger, scheepsjongen of halfwas matroos die o.a. tot
taak had het schip schoon te houden. Strekking van deze pas
sage is waarschijnlijk dat de strontverklicker het nooit ver zal
brengen.
112. De kerk van het vroegere Zijlklooster dat aan de zuidzijde van
de Zijlstraat stond, even ten westen van de (Gedempte) Oude
Gracht. Na de Reformatie werd de kerk aanvankelijk gebruikt
als munitiedepot. De naam Turfkerk ontleende zij aan de turf-
opslagplaats ten behoeve van de armen die er later in werd
ondergebracht door de regenten van het Diakonie- en Aal
moezeniersweeshuis (Van den Broek 1987, p. 83-93).
113. De Zijlpoort, afgebroken in 1824.
114. Het meest westelijke deel van Haarlem.
115. De straat langs de stadsmuur.
116. De buurt rond de Raamgracht waar de ramen van de wevers
stonden.
117. Het buurtje ten westen van de Gierstraat, zo genoemd omdat
daar vijf straten bijeenkomen, namelijk de Breestraat, Lange
Bogaardstraat, Drapenierstraat, Wolstraat en Lange Raam
straat.
118. Nu Breestraat, straat in de Vijfhoek, zijstraat van de Gier
straat.
119. In de gelijknamige klucht beschrijft de hoofdfiguur de ligging
van zijn huis als volgt: