39
134- Namelijk het blazoen van de Vlaamse Kamer, waarop een
man die Jezus voorstelt (de bruidegom) zijn hand (symbool
voor zijn belofte van trouw) geeft aan een gekroonde vrouw
(de bruid, tevens symbool voor de Kerk), dit alles volgens een
bekende interpretatie van het Hooglied. Dit blazoen was in
[602 door Karei van Mander geschilderd. Een afbeelding er
van in Den Spieghel der Schoonheden Voor gestelt by de
Vlaemsche Kamer Haerlem, Jan Pietersz. de Does, 1636,
fol. 7I4V.
135. De zoon is evenmin bekend gebleven als de vader.
136. Regels van verschillende lengte, resp. éénvierde, een halve,
drievierde en een hele regel?
137. Gedicht waarvan men de woorden per versregel ook van ach
teren naar voren kan lezen en die dan een goede zin geven.
138. kettingdicht: (ook: ketendicht) krijgt men wanneer het eind
van de versregel rijmt met het beginwoord van de volgende
regel of met een woord in het midden van de regel.
139. Normaal purisme voor 'sonnet', hier dus tautologisch ge
bruikt.
140. Namelijk het dichterros Pegasus dat hier bereden wordt.
141. De schilder Vincent Laurensz van der Vinne (1628-1702),
een leerling van Frans Hals, was lid van de Witte Angieren en
als zodanig vooral actief in de jaren 165-1660. Zijn devies
luidde: Denckt op t'Ent. Zie over hem: Sliggers 1979, Van
der Vinne 1979 en Sliggers en Goudriaan 1987.
142. Frangois Jans van Gent was in de jaren 1656 en 1657 lid van
De Wijngaardranken (met dank aan Theo van der Heijden).
Ook in 1667 was hij lid, in hetzelfde jaar dat een 'Elslant' op
9 augustus werd ingeschreven als lid (gah, archief 'De Wijn
gaardranken' inv. 5-1 s.v. 1667).
143. Een reminiscentie van deze versregels vinden we in het lied
van Jan van Elsland:
Vrinden ziet hier komt Jan Joosten,
Uit het westen weêr naar 't oosten,
(J. van Elsland 1717, p. 70)
144. die ouwe lere kloek: zo genoemd omdat hij gewoonlijk een
kort, mouwloos lederen manteltje droeg? (voor deze betekenis
van 'klok', zie WNT Dl. 7, 2, kol. 4234) of slaat klok hier op
zijn stemgeluid?
145. rock: tabbaard.
146. Een Paulus van der Lee was sinds 1673 lid van de Wijngaard
ranken. Mogelijk was deze Van der Lee in Van Elstlands tijd
lid van de Witte Angieren. Bij de Wijngaardranken kreeg hij,
samen met Gerrit Jans de la Riviere) meteen de functie van
'Vinder', ter opvolging van Frangois Drieling (wat wijst op
een zekere status en ervaring binnen de rederijkerij); in 1674
en 1675 was hij keizer van de Wijngaardranken (deze mede
deling dank ik aan Theo van der Heijden).
147. Onbekend op welke vaandrig LvE doelt.
148. Niet gevonden.