[C. Apostool] Haarlem gezien naast liet hij zich duidelijk leiden door hét boek over de Ne- van de Amsterdamse weg; met derlandse kunstschilders van Houbraken 2). Mogelijk hielp trekschuit en jaagpad. Apostool hem met de vertaling. De verhalen van Houbraken verandert hij echter (in spectaculaire zin), mogelijk naar aan leiding van wat hij hoort; het verkeerd horen lijkt ook de oor zaak van een soms nogal vrije spelling, die ik handhaafde, van namen. Hij vertrok op 4 september 1789, de enige genoemde datum, uit Harwich op weg naar Rotterdam. Vandaar ging het naar Dordrecht, Den Haag en Leiden. Hij bezocht deze steden en hun omgeving. Na Leiden kwam hij in Haarlem, waar hij zijn negende brief schreef. Hierna Amsterdam en vervolgens zag hij Utrecht, Vianen, Gorcum, Breda en Bergen op Zoom; hier eindigt het eerste deel. In het tweede deel beschrijft hij bezoe ken aan Antwerpen, Brussel, Valenciennes, Parijs, Amiens en Boulogne. Bij Dover komt hij weer op Engelse grond. Zijn negende brief, die uit 'Haerlem', vangt aan met: Zeer geachte Heer Onze voorliefde voor vervoer te water doet ons iedere gele genheid aangrijpen om zo te reizen, ook al omdat het weer alsmaar goed blijft; en hoewel het uitzicht steeds hetzelfde is, gebeurt er steeds iets waardoor onze verbeelding geprikkeld blijft. De weg en de vaart lopen evenwijdig, maar het groen en de bosschages nemen toe. De huizen en tuinen, die de oevers van de rivier en de kant van de weg verfraaien, wor- 44

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 44