Schalkwijk. Het ambacht Spaarnwoude viel onder de compe tentie van de Staten van Holland, aangezien deze heerlijkheid al in de zestiende eeuw was teruggevallen aan de Grafelijk heid van Holland. Een samenvoeging die niet ongedaan ge maakt werd was de samenvoeging van de oude ambachten Hofambacht, Haarlemmerliede en Noord-Schalkwijk. Hoe wel Hofambacht vóór de Franse tijd een afzonderlijk ambacht was, bleef het na 1817 toch samengevoegd met Haarlemmer liede. Dit kwam voort uit het feit dat de stad Haarlem heer was over alle twee de ambachten, zodat samenvoeging voor Haarlem bestuurlijke voordelen had en de stad toch de oude bevoegdheden tot het aanstellen van het bestuur in de nu sa mengevoegde gemeente herkreeg. Tegelijk met het ontbinden van de samenvoegingen in 1815 en 1816 werden de in de Frans-Bataafse Tijd vervallen oude heerlijke rechten gedeeltelijk hersteld. De voormalige am bachtsheren kregen invloed op de samenstelling van het be stuur van de diverse ambachten, hoewel ze het bestuur niet meer zelf konden benoemen, zoals vóór 1795 het geval was. De koning benoemde voortaan de schouten in de ambachten op voordracht van de heer. De leden van de gemeenteraad, de secretaris en de ontvanger werden op voordracht van de heer door de Staten van de provincies, hier dus Holland, benoemd. Na 1825 wordt ook de secretaris van de gemeente door Ko ning Willem 1 benoemd, op voordracht van de heer4). Samenvoegingsplannen Ruim tien jaar nadat vele samenvoegingen uit de Franse tijd tussen 1827 en 18515) ongedaan waren gemaakt, werden plannen gesmeed om toch weer tot grotere gemeenten te komen. De versplintering van het bestuur over de vele kleine dorpen was ondoelmatig en kostbaar in de ogen van de rijksoverheid. In 1827 ontvingen alle colleges van Gedeputeerde Staten in den lande een circu laire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken met het ver zoek om informatie te geven over gemeenten die samenge voegd zouden kunnen worden. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zagen geen reden om een voorstel te doen. Het provinciaal bestuur vond de bestaande indeling volko men doelmatig en goed. Dus werd de minister bericht dat er geen gemeenten waren die voor samenvoeging in aanmer king zouden kunnen komen. Twee jaar later, na de vaststelling van de Wet van 22 decem ber 1828 betrekkelijk de regterlijke indeeling der Provincie Holland (Noordelijk gedeelte), besloten G.S. om toch een on derzoek in te stellen onder de gemeenten die op 21 oktober 1811 waren samengevoegd en per 1 mei 1817 weer uit elkaar gehaald waren. Door deze wet werd namelijk de oude rech- 54

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 54