Zaal 9 van de tentoonstelling.
Gravure van E. Vermorcken
naar een tekening van E. Koster
in Nederlandsch Magazijn
1861.
de speciaal voor deze gelegenheid geschreven dichtregels van
'Het feest der nijverheid':
Nu heft mijn stad het hoofd zoo hoog
En doet een blij triomflied schallen
Dat uit haar groen beplante wallen
Haast opklimt tot den blaauwen boog.
Nu is zij fier op de oude glorie
Die schittert zonder smet of blaam
Rondom den adelijken naam
Waarmee zij praalt in s lands Historie,
Reeds in den tijd van Spaansch en Geus,
Volharding was heur leus en keus;
En werd haar 't lot ook hard en harder,
Toch ging zij in volharding verder,
'tWas haar één toon op elke snaar;
En wat verdwijnen mogt of slinken -
Toch zaagt gij op het voorhoofd haar
De starre der volharding blinken,
Als of'tde star der hope waar!
Enzovoort, enzovoort.
25 juni was de dag van het Venetiaanse gondelfeest op het
Spaarne. Talrijke 'keurig versierde' vaartuigen maakten zich
op voor een avondlijke tocht. Het pronkstuk was de grote
jonk voor de feestcommissie. De stedemaagd stond op de
achtersteven, terwijl de voorsteven een transparant bevatte
met de zinnebeeldige voorstelling van handel, nijverheid,
kunst en wetenschap. Dat alles gelardeerd met allerlei vlag-
81