steen en een gigantische borstel die boven de uitgang hangt
met het bijschrift:
Ik ben wat groot dat is wel waar,
Die met mij schrapt is spoedig klaar.
Ook het Humoristisch Album richt zijn pijlen op de tentoon
stelling en zijn bijverschijnselen. Haarlem is met groen en
vlaggen versierd alsof de stad zich als hoofddepot voor de
nieuwe haring heeft aangeboden. De goede oude deftige stad
zit verbazend ingeregen in dat vlaggepak dat haar zeer hin
dert; 't is zo wat alsof een heer, die altijd in 't zwart gekleed
is, b.v. een aanspreker of bidder (voor zoo verre die een heer
is), in eens in een harlekijnpak wordt gestoken waarin hij
luchtige sprongen en capriolen moet maken. Moeten we het
aan Rotterdamse naijver toeschrijven, dat het Humoristisch
Album schrijft, dat de Haarlemse restaurateurs het er op aan
legden de mensen voor den duurst mogelijken prijs zoo slecht
mogelijk te voeden of honger te laden lijden? Evenals De Ne-
derlandsche Spectator maakt het Humoristisch Album zich
vrolijk over een aantal inzendingen. Bijvoorbeeld over de
kamperpot met deksel die ingezonden werd door de heer En
gelen uit Den Bosch, die echter overtroffen werd door de
dubbele privaatinrichting met twee spruiten en een alsbuis
van de heer Draaisma te Deventer. De talloze bezemvarian
ten, van tapijtbezem en voetschuier tot badborstel, pijpen-
schoonmaker en pianostoffertje. Een zinkwerker die zijn vir
tuositeit toont in de vorm van een gegoten uil. Een
pruikemaker die een oudemannenhoofd inzond en de befaam
de Leidse kapper Knaap die een dameskapsel met bloemen
inzond: Dit kapsel op een kant gewerkt is geschikt voor da
mes, die dun van haar zijn en zich zelve met weinig moeite
wenschen te kappen.
Karikatuur in Humoristisch
Album 1861.
«TOONSTELLING TE
EEN BEZOEK
ïtjen me zelf nu toe tocli de tentoonstelling gaan
duur is? Oom en tante, dacht ik, zullen xoel een p
je moet volstrekt geen complimenten maken toe
een hotel afstappen waar hel zoo
deren hehben, en daar zijn we nu
en zijn met alles tevreden wal je
85