zegd worden, dat in Batavia de elektrische tram een paar
maanden eerder in bedrijf kwam dan in Nederland bij de
Zoals in de tweede helft van de negentiende eeuw gebruike
lijk was zagen vele particulieren een tram als een goudmijn
(een kleine eeuw later zou men daar overigens wel anders
over denken...) Het waren de heren D.E.L. van den Arend,
zoon van de opzichter van de stedelijke werken en gebouwen
ge- Een der eerste tramfotos toont
/an de ringlijn aan het Spaarne;
ien i899-
het
en.
old
de
m-
I al
fa-
'kt,
ïd-
het
ZH
ian
liet
?e-
ige
In
tri- J.E. van de Arend, en ir. J.A.G. van der Steur die reeds in
/as 1894 die durf hadden om hun economisch geluk te beproeven
lan rnet een aantal elektrische tramlijnen nadat ze in hetzelfde
de jaar het Brongebouw hadden ontworpen. In augustus 1897 le-
te- zen we nader over hun plannen voor tramlijnen van hun
>ns woonplaats Haarlem naar Zandvoort en Bloemendaal. Er
iet werd verschillend op gereageerd: een bankier in 's-Gravenha-
ks. ge zegde een garantiebedrag van negen ton toe voor de aan-
>n- leg, terwijl de gemeenteraad van Bloemendaal een raadscom-
tar missie in het leven riep, die met de initiatiefnemers in overleg
ijf, moest treden over het beveiligen van de rijweg. Zandvoort
en wilde in 1897 nog geen beslissing nemen en in Haarlem wijd
ie- de zich ook al een raadscommissie aan de problematiek,
tie Daarbij werd ook betrokken de aanleg van de Ceintuurlijn in
Haarlem.
te- Kennelijk waren de eindconclusies van al deze studerende in-
93
ENET.