ment. Uitgezonderd de bijzondere en waardevolle onderde
len werd het gebouw geheel kaalgeplukt. Bij monumenten
zorg noemen ze dat 'strippen'. Van de zolderverdieping
werd alle vloerhout verwijderd en konden de balklagen
geïnspecteerd worden. Gelukkig waren daarbij geen tegen
vallers, want de narigheid was goed zichtbaar. Achteraf
konden toch nog twee oude balken grotendeels gehandhaafd
blijven. Op de verdieping waren nog gedeelten van oude ca
chotten uit de tijd dat de Hoofdwacht als een soort politiebu
reau in gebruik was. Daar werd met zorg mee omgegaan; zij
zouden blikvangers vormen van de nieuwe indeling. Op
deze cachotwanden komen tal van inscripties voor die door
indertijd door de schutterij gevangen gezette ondeugden zijn
aangebracht. Er komen veel namen op voor en zelfs een paar
tekeningen. Die houten wanden hebben veel te vertellen. De
belangrijkste ingrepen werden verricht aan de hal van de
bel-etage, waar de indeling totaal gewijzigd zou worden. In
het verleden had hier al een aantal verbouwingen plaats ge
vonden, waardoor de entree een hokkerig geheel was gewor
den. Daarin werd nu verandering gebracht. De hal moest een
representatieve binnenkomer voor de Vereniging worden.
Daarbij werd de bereikbaarheid van de verdieping en de zol
der opnieuw aangepakt. De bestaande trappen werden ver
wijderd en door een geheel nieuw trappenhuis vervangen.
Eén cachot, de vroegere Provoostkamer op de verdieping,
werd daar geheel in opgenomen. De zolderverdieping werd
weer bruikbaar gemaakt. Na oplevering zal de Historische
Werkgroep Haerlem hier haar domicilie hebben. De be
stuurskamer van de Vereniging Haerlem bleef grotendeels
zoals die was. Enkele pantries werden onopvallend inge
bracht, het sanitair geheel vernieuwd en een cv-installatie,
die voorheen niet aanwezig was, ingebracht. Hoofdaanne
mer was Koninklijke Woudenberg uit Ameide, die dank zij
veel zweet, bloed en tranen van Martin Busker het werk, al
thans het exterieur, bijna op tijd wist op te leveren. De stei
gers, en daar ging het uiteindelijk om, verdwenen geheel
volgens planning eind december 1994 van de Grote Markt.
Wat zien we nu van alle werkzaamheden die tot nu toe zijn
verricht? Het exterieur is weer in alle glorie te bewonderen,
hoewel het schilderwerk pas in het voorjaar zal worden
afgewerkt. De krant was er al vroeg bij en maakte opmerkin
gen over de afwerking van de gevels aan de Smedestraat-
kant. De meningen daarover bleken verdeeld. Het uitgangs
punt bij de restauratie was echter een sobere aanpak met het
behoud van zoveel mogelijk oorspronkelijk metselwerk en