klein heiligland 31 (beeldbepalend pand, kap en gevel- herstel) De gevels en de kap van dit woonhuis zijn geheel onder han den genomen. De asymmetrie van de voordeuren is hersteld door het aanbrengen van een nieuwe paneeldeur aan de lin kerzijde. klein heiligland 36 (rijksmonument, kap en gevelherstel) Het aanzien van dit rijksmonument met klokgevel lijkt op het eerste oog uit de achttiende eeuw te dateren. Schijn be driegt want de ontlastingsbogen boven de vensters en de klezoren in het metselverband doen een bouwtijd rond 1600 vermoeden. De voorgevel werd al eerder gerestaureerd, nu was het achterhuis aan de beurt. Het cascoherstel hiervan bestond uit de restauratie van de sparrenkap en achtergevel (die tegelijkertijd op de begane grond van stolpdeuren is voorzien) in verband met herindeling van de achterliggende ruimte tot woonkamer met open keuken. De eikehouten bed stede, nog volledig intact, is aan de rechterzijde aangepast door plaatsing van een volledig in stijl bijpassende deur. Deze is afkomstig van de voormalige doorgang naar de ach tertuin. Zoals al gezegd gaat de geschiedenis van het huis zeker te rug tot rond 1600. Wij konden voorlopig niet verder terug komen dan tot ongeveer 1684. Voor dat jaar woonde hier de zoon van Abraham Carels, IJsaack Charels, die getrouwd was met Wipje Coopmans. Zij hertrouwde na het overlijden van haar echtgenoot met Cornelis Timmerman. Zij verkoch ten het huis in 1684 aan Jacob Jacobsz. Sevael. In de transportakte wordt nu duidelijk over een huis gesproken. Het bezit zal dan ook intussen zijn uitgebreid richting Klein Heiligland. Jacob Cevaal, zoon en mede-erfgenaam van Jacob Jansz. Chevaal, verkocht het huis in 1724 aan Gijsbert Jacobsz. van Kempen. Lang heeft hij het niet in bezit gehad en al in 1729 werd het huis weer verkocht aan Abraham de Haas. Dat ging zo een tijdje door en de eigenaren wisselden in snel tempo. In 1733 werd het overgedragen aan Hendrik Trappe, die het één jaar later, in 1734, op zijn beurt verkocht aan Jacomina Buijs, huijsvrouw van Jan Hamius. Zij raakte het in 1738 weer kwijt aan Catharina de Keijser, weduwe van Hendrik Kip. Na haar dood erfde Johanna Kip als enig erfgename het huis. Toen zij in 1764 was overleden werd het bezit door de executeurs-testamentair verkocht aan Jacob Du Buij. Er was toen sprake van een huijs en erve met een tuijn daar achter In 1764 kwam het huis in openbare verkoop en de zoge- 215

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1994 | | pagina 215