De briljant klinkende resultaten bij genoemde ensembles bezorgden hem al spoedig her en der uitnodigingen voor gastdirecties. Een optreden in 1953 als invaller bij het Concertgebouworkest met een laaiend enthousiaste recensie van Matthijs Vermeulen had een assistentschap bij ons na tionale ensemble tot gevolg. Deze hoedanigheden en de overtuigende prestaties die hij daar met zijn originele kijk op de dingen leverde, brachten hem de artistieke allure die hem tot een geschikte en gewilde kandidaat maakte voor het ver vullen van de chef-functie bij het npo. In 1957 werd hij als zodanig aangesteld, als opvolger van de met hem als per soonlijkheid zo contrasterende romanticus Toon Verhey en gesecundeerd door Marinus Adam, die na 30 jaar trouwe dienst voor het doorsneepubliek de stabiliserende factor zou blijven vertegenwoordigen. Henri Arends werd enthousiast bij het npo ontvangen in Haarlem. Zijn verfrissende aanpak, de veeleisende repertoi restudie en mutaties in de gelederen (vooral in de blazers- groepen) brachten het orkest op een aanmerkelijk hoger, vir tuoos plan. (Ook Jos de Klerk signaleerde deze ont wikkeling in zijn standaardwerk Haarlems Muziekleven.) Arends bezorgde het npo een moderner imago met een ex perimentele programmering, die bol stond van de premières. Een voor die tijd ongekend bedrijvige uitwisseling van gast- directiebeurten leverde ook het contact op met de latere NPO-chef Jerzy Katlewicz. Naast zijn muzikale werk hadden edelstenen en de bewer king ervan Arends grootste belangstelling. Zijn levensideaal was daarop geënt: verborgen facetten van de muziek te to nen. Zoals ruwe stenen na bewerking door een vakkundige slijper een vaak onvermoede schoonheid openbaren. Een 'doodgewone' steen blijkt dan soms ineens een sensationele verrassing in zich te herbergen. Volgens Arends' credo we ten we allang dat de klassieke repertoirestukken terecht als meesterwerken worden gezien en ervaren. Daarom, zo zei hij in een radiogesprek: Kijk vooral en heel goed naar al het andere, schijnbaar minder betekende, laat alle spectrale kleuren het doorlichten en weerkaatsen, draai het om en om en laat het in combinatie met weer andere objecten zien. Dan verstoffen we niet in het oude, erkende, lang bestaande, maar blijven we wakker om te zien dat creativiteit niet aan tijd, vorm en traditie gebonden is. In het dagelijks leven met zijn relaties en ook in de omgang met zijn collegae-musici was Arends vaak niet erg gelukkig. Orkestleden noemden hem in de privé-sfeer beminnelijk maar afstandelijk en tijdens de repetities uiterst vakkundig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1994 | | pagina 234