werkzaam voor diverse postzegelveilingen en -handelaren:
Boekema en Van Dieten in Den Haag, De Vries in Haarlem,
Postema en Wiggers de Vries te Amsterdam. Een tweede
verzamelgebied was de zegels van oude Italiaanse staten en
ook op dat terrein werd hij een specialist. Tot zijn 75-ste jaar
bleef hij werkzaam op filatelistisch gebied.
Tot aan zijn huwelijk in 1933 woonde hij thuis, in Aerden-
hout, eerst met beide ouders, na het overlijden van zijn moe
der in 1931 samen met zijn vader. Deze was geïnteresseerd
in genealogie, lid van het Koninklijk Nederlands Genoot
schap voor Geslacht- en Wapenkunde en onder meer ge
abonneerd op de serie Nederland's Patriciaat. Grootvader
jhr. mr. Th.L.L. Prins bezat de klassieke boeken van
Vorsterman van Oyen en Rietstap en al jong begon Miech
zich te interesseren voor de personen in zijn kwartierstaat. In
1933 huwde hij de 3/2 jaar oudere jonkvrouwe Henriëtte
Cornelie Six, dochter van ir. H.G. baron Six van Oterleek,
werkzaam bij de waterstaat in Nederlands Indië. Het groot
ste geluk in mijn leven, zo vertelde hij mij eens, was dat mijn
vrouw ja antwoordde op mijn huwelijksaanzoek. Zij vestig
den zich in Den Haag, waar in 1935 en 1939 een dochter
werd geboren (de derde dochter zou in 1944 in Haarlem ge
boren worden). In 1938/1939 kwamen er ook neefjes Six bij
hen in huis, waarvan de ouders in Nederlands Indië verble
ven.
In 1940 nam hij ontslag op het scheepvaartkantoor en ver
huisde naar Haarlem. Het laatste oorlogsjaar woonden zij op
huize Berkenrode waar ook de families Bomans en Bounran
woonden. In 1945 betrok hij een eigen huis aan de Hobbe-
mastraat te Heemstede, waar hij tot kort na het overlijden
van zijn vrouw (1977) zou blijven wonen. Zijn laatste wo
ning was in de Haarlemse Kinheimflat, waar hij op 8 januari
1994 op bijna 86-jarige leeftijd, in aanwezigheid van zijn
dochters, overleed.
Het genealogisch onderzoek naar de eigen kwartierstaat
werd na zijn huwelijk en de geboorte van het eerste kind uit
gebreid met de kwartierstaat Six, maar omdat het reizen
voor archiefonderzoek door het gehele land kostbaar en tijd
rovend was, begon hij in het begin van de jaren vijftig met
het onderzoek dat zijn grote specialiteit zou worden: de oude
Haarlemse families. Dit was een suggestie van zijn vriend
Kees (jhr. mr. C.C.) van Valkenburg, die hem ook voorzag
van de aantekeningen van jhr mr. E.A. van Beresteyn, die in
het begin van de eeuw veel onderzoek naar oude Haarlemse
geslachten had gedaan. Miech begon met de familie Van
Berckenrode, achteraf gezien misschien wel een te grote
klus voor een beginner zo zei hij mij eens.