een onderbreking in de jaren vijftig toen hij korte tijd voor
Lissone Lindeman in Amsterdam werkte en lid werd van de
Grote Club. Hij heeft toen voor Trou moeten bedanken,
want het lidmaatschap van twee sociëteiten convenieerde
mij niet). Hij was ook broeder van het Jacobsgilde, Voorzit
ter van de Haarlemse Lawn Tennis Club, voorzitter van de
Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek en penningmees
ter van de Stichting Restauratiefonds Grote of St. Bavokerk.
In januari 1993 heeft de Vereniging Haerlem hem op zijn
85-ste verjaardag de zilveren legpenning overhandigd, als
dank voor zijn baanbrekende onderzoek naar de middel
eeuwse geschiedenis van de stad.
Hoewel hij zelf een eenvoudig man was en weinig eisen
stelde was hij nog van de generatie en uit het milieu waarin
afkomst een belangrijke rol speelde. De Dolleman-stam
reeks was voor hem belangrijk en toen hij in 1945 in aan
merking wilde komen voor een leegstaand huis in Heem
stede vond hij het merkwaardig dat zijn naam alleen niet
voldoende was om de betreffende ambtenaar te bewegen dit
aan hem toe te wijzen. Ook de nauwe verwantschap met de
families Prins en Six was voor hem belangrijk, hoewel hij
met het moedwillig deftige van de jonkheren Prins de spot
kon drijven.
Intens kon hij genieten van gesprekken over de Haarlemse
middeleeuwse families. Grote delen van zijn schema's
kende hij uit het hoofd, zodat je de indruk had met een vijf-
tiende-eeuwse Haarlemmer te praten, die de besproken per
sonen uit dagelijkse omgang kende of gekend had. Deze ge
sprekken behoren thans tot het verleden, maar een jaar voor
zijn dood heeft hij zijn Haarlemse aantekeningen - en die
van zijn voorganger Van Beresteyn - overgedragen aan on
dergetekende, met de bedoeling dat ze ook voor andere on
derzoekers toegankelijk zouden blijven.
Mr. Antonie Met het plotselinge overlijden op 74-jarige leeftijd van mr.
Josephus Fibbe A.J. Fibbe (Ton) verloor de stad een Haarlemmer in hart en
1 april 1920-7 juli 1994 nieren.
Hij was er trots op de zevende generatie Fibbe in deze plaats
te zijn. Hij kende elk steegje, elk gebouw. Hij was een wan
delende plattegrond van zijn geboortestad. Er kon geen boek
over Haarlem verschijnen of hij schafte het onmiddellijk aan
en ook menig antiquarisch geschrift over zijn woonplaats
kwam in zijn bibliotheek terecht.
246
A.G. VAN DER STEUR