want clair-obscur tot regelrechte ontlening. 57) In 1635 is Rembrandts invloed, die het helderst tot uitdrukking komt in het werk uit 1632, echter duidelijk op zijn retour. De in 1673 te Gent uitgegeven gravure Afbeeldinghe des H. Cruys, Van 't welcke Christus Eertijts heeft ghesproken tot een Begghyntghen Daer-vooren knielende; Berustende tot Ghendt inde Kercke van het Groot-Begghynhof' (afb. 6)58) vertoont een geheel andere beeldopbouw als bij De Grebber. De afbeelding illustreert een uittreksel van Van Rijckels tekst maar opvallend genoeg beeldt de Gentse graveur Alex ander (11) Voet dat verhaal eigenlijk in het geheel niet uit. De maker heeft zich ten behoeve van het unieke thema gemaks halve aangesloten bij een beeldcode die hem wèl vertrouwd was, namelijk die van Maria Magdalena onder het kruis met op de achtergrond de stad Jeruzalem. Wel vond hij het van belang om het aloude wonderkruisbeeld (thans nog in Gent bewaard op het groot-begijnhof) zo natuurgetrouw mogelijk af te beelden.59) 6. De Gentse begijn Matteken, knielend bij een kruisbeeld, gravure door Alexander (11) Voet, 1673, uitgegeven te Gent bij Baudvyn Manilius. (Biblio theek Universiteit Gent) 44

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1995 | | pagina 44